Zienswijzen op de ontwerpbegrotingen 2022 van de gemeenschappelijke regelingen waar de gemeente Zutphen aan deelneemt
- Onderwerp
- Zienswijzen op de ontwerpbegrotingen 2022 van de gemeenschappelijke regelingen waar de gemeente Zutphen aan deelneemt
- Programma
- Algemene dekkingsmiddelen
- Forum
- Hamerstuk
- Portefeuillehouder
- A. Vermeulen
- Inlichtingen bij
- Edwin Peters
7036 E.Peters@zutphen.nl
- Soort bevoegdheid
- Kaderstellend, Budgetrecht
- Beleidsvrijheid
- Beperkt
- Programmabegrotingswijziging
- Nee
Het college van burgemeester & wethouders stelt voor :
1. Naar aanleiding van de ontwerpbegrotingen van de gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente Zutphen deelneemt:
a. In te stemmen met de ontwerpbegrotingen 2022 onder het plaatsen van enkele opmerkingen en deze als zienswijze te sturen aan:
i. de GGD Noord- en Oost Gelderland
ii. Basismobiliteit PlusOV
iii. Tribuut
conform bijgevoegde conceptbrieven.
b. In te stemmen met de ontwerpbegrotingen 2022 zonder het plaatsen van opmerkingen en dit als zienswijze te sturen aan:
i. de Cleantechregio (regio Stedendriehoek)
ii. de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG)
iii. Omgevingsdienst Achterhoek (ODA)
conform bijgevoegde conceptbrieven.
2. Kennis te nemen van de jaarrekeningen 2020 van de onder 1 genoemde gemeenschappelijke regelingen.
3. In te stemmen met de eerste begrotingswijziging 2021 en 2022 zonder opmerkingen en dit als zienswijze te versturen (zie brief ontwerpbegroting 2022)
i. de GGD Noord- en Oost Gelderland
ii. Tribuut
Inhoud
Inleiding/aanleiding
De raad wordt jaarlijks in de gelegenheid gesteld om een zienswijze naar voren te brengen over de ontwerpbegrotingen van de gemeenschappelijke regelingen waar de gemeente Zutphen aan deelneemt.
Dit zijn:
- Cleantech Regio (Regio Stedendriehoek)
- GGD Noord Oost Gelderland
- Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG)
- Basismobiliteit Plus OV
- Omgevingsdienst Achterhoek (ODA)
- Tribuut belastingsamenwerking
Tevens ontvangt de raad hierbij ter informatie de jaarrekeningen.
Net zoals vorig jaar clusteren wij alles in één raadsvoorstel.
Beoogd effect
De raad informeren over de jaarrekeningen en de ontwerpbegrotingen van de gemeenschappelijke regelingen, zodat de raad in de gelegenheid is om hierover zienswijzen kenbaar te maken. Zo kan de raad invloed uitoefenen op het stellen van financiële en inhoudelijke kaders voor de gemeenschappelijke regelingen, waaraan wij als gemeente Zutphen deelnemen.
Argumenten
ALGEMEEN
- Op deze wijze wordt voldaan aan een formele eis en kan invloed worden uitgeoefend op de financiële en inhoudelijke kaders van de gemeenschappelijke regelingen
In de Wet gemeenschappelijke regelingen (artikel 35) is vastgelegd dat de gemeenteraden in de gelegenheid worden gesteld om hun zienswijze naar voren te brengen over de ontwerpbegrotingen van de gemeenschappelijke regelingen.
- De jaarstukken zijn ter informatie bijgevoegd
Gemeenschappelijke regelingen zijn wettelijk verplicht om de (voorlopige) jaarstukken toe te zenden aan de raden van de deelnemende gemeenten. Deze jaarstukken, die niet voor een zienswijze worden aangeboden, bieden achtergrondinformatie voor het beoordelen van de conceptbegrotingen en zijn daarom aan dit raadsvoorstel toegevoegd.
SPECIFIEK
A. Cleantech Regio (Stedendriehoek)
Inleiding
In de Cleantech Regio werken we samen met gemeenten, ondernemers, onderwijs en kennisinstellingen aan de ontwikkeling van een goed vestigingsklimaat voor onze inwoners en ondernemers.
De Cleantech Regio is een samenwerkingsvorm én een gebied (de Stedendriehoek). Twee organisaties staan aan de basis van de Cleantech Regio en werken daarin samen:
- Regio Stedendriehoek, een gemeenschappelijke regeling (GR) met 8 gemeenten (Apeldoorn, Deventer, Brummen, Epe, Heerde, Lochem, Voorst en Zutphen).
- Strategische Board, een stichting waarin ondernemers, onderwijs, kennisinstellingen en overheden samenwerken.
In dit verzamelvoorstel gaat het over de ontwerpbegroting en jaarstukken van de GR Regio Stedendriehoek
Jaarrekening 2020
De jaarrekening sluit met een voordelig resultaat van € 172.600,-.
Het saldo is ontstaan door:
- Niet kunnen invullen van benodigde formatie voor klussen op het gebied van herijking koers en professionaliseren organisatie.
- Effect van corona op voortgang van projecten.
- Verandering in provinciale subsidieregels waardoor een beoogd mobiliteitsproject vertraging heeft opgelopen.
- Lagere promotie- en accountantskosten en deels niet invullen formatie communicatie.
Het voorstel van het DB is om deze middelen in 2021 te bestemmen voor:
- Projecten die in 2020 vertraging hebben opgelopen
- Actualiseren van de Agenda Cleantech Regio
- Een reservering voor benodigde regionale inzet op diverse opgaven waaronder de stikstofopgave en activiteiten met betrekking tot een integrale gebiedsaanpak.
Kadernota
Deze GR heeft geen kadernota opgesteld. Met het vaststellen van de ontwerpbegroting stemt de raad in met de inhoudelijke koers voor 2022 en het bijbehorende financiële kader.
Ontwerpbegroting 2022
Als acht gemeenten werken we samen aan een gezonde en duurzame woon- en werkomgeving waar veel ontwikkelingen de komende jaren een plek krijgen. Belangrijke onderwerpen in 2022 zijn:
- Inzet op groei van de woningvoorraad (20.000 nieuwe woningen in 2030).
- Werken aan de toekomstbestendigheid van de bedrijventerreinen.
- Verbeteren van het toekomstperspectief van de agrarische sector.
- Verbeteren bereikbaarheid van de regio en verduurzamen mobiliteit.
- Als regio bijdragen aan benodigde duurzame opwek via de Regionale Energietransitie.
- Regionale afstemming over de impact op de ruimte vanuit de verschillende ambities, in het licht van behoud van schoonheid en kwaliteit van het landschap.
De bijdrage 2022 aan de Regio Stedendriehoek voor onze gemeente bedraagt € 139.052. Dit bedrag is gebaseerd op een inwonerbijdrage van € 2,89.
Zienswijze
Wij stellen voor om de volgende zienswijze kenbaar te maken aan de GR Stedendriehoek:
de Regioraad kan de voorliggende ontwerpbegroting 2022 vaststellen.
B. GGD Noord- en Oost Gelderland
Inleiding
De GGD Noord- en Oost-Gelderland voert voor de 22 deelnemende gemeenten de wettelijke gemeentelijke taken uit op grond van de Wet Publieke Gezondheid. Deze taken liggen voor een groot deel vast in wet en regelgeving, maar bieden enige ruimte voor accenten, bijvoorbeeld op het gebied van preventie.
2020 en 2021 zijn voor de GGD NOG zeer bijzondere jaren, door de grote extra inspanning die sinds voorjaar 2020 wordt gevraagd van de GGD in verband met COVID-19. De GGD-taken die voortvloeien uit de COVID-19 aanpak, worden aangestuurd en bekostigd vanuit het rijk. Maar natuurlijk hebben deze ook hun invloed op het reguliere werk dat de GGD voor gemeenten uitvoert.
Jaarrekening 2020
Het saldo uit de normale bedrijfsvoering van de GGD NOG over 2022 is € 69.000 positief. Dit betreft het positieve saldo op het product forensische geneeskunde. Het voornemen is om dit positieve saldo naar rato te verdelen en uit te keren aan de deelnemende gemeenten.
Het ministerie van VWS heeft toegezegd dat de kosten die verband houden met de bestrijding van het COVID-19 virus worden vergoed. Het gaat dan niet alleen om de kosten voor bron- en contactonderzoek (BCO), testen en advies maar ook om omzetderving, achterstanden, aangepaste werkwijzen en uitbreiding van de ondersteuning. Daarbij is als voorwaarde gesteld, dat kosten die al gedekt zijn in de begroting door de reguliere inwonersbijdrage nietworden meegenomen. Gemeenten worden voor de uitvoering van de taken
die de GGD’en uitvoeren gecompenseerd via het gemeentefonds. Ze krijgen weliswaar niet alle dienstverlening vergoed (bijvoorbeeld Jeugdgezondheid), maar er is ook toegezegd dat ze niet gekort zullen
worden.
Kadernota
Uw raad heeft een zienswijze ingediend naar aanleiding van de Uitgangspuntennota 2022. In de zienswijze
heeft u veel waardering uitgesproken voor de buitengewone inzet en het belangrijke werk van de GGD rond de Covid-19 epidemie. Daarnaast is in de zienswijze benoemd dat onze gemeente zich kan vinden in de inhoudelijke en financiële kaders van de Uitgangspuntennota 2022. Tevens is aan de GGD gevraagd extra prioriteit te geven aan gezondheidspreventie voor de verschillende kwetsbare groepen.
Ontwerpbegroting 2022
In de Programmabegroting 2022 van de GGD NOG wordt ingegaan op de zienswijzen op de Uitgangspuntennota die door gemeenten zijn ingediend. Over het preventieaanbod is opgenomen dat de GGD hierover graag met gemeenten in overleg wil en dat de uitwerking van de Bestuursagenda geactualiseerd wordt waar het gaat om aandacht voor kwetsbare groepen.
De Programmabegroting gaat uit van voortzetting van bestaand beleid. Als inhoudelijke prioriteiten daarbinnen worden genoemd: Accent op veerkracht en weerbaarheid bij jongeren, Herijking van het aanbod Jeugdgezondheid Adolescenten, het Rijksvaccinatieprogramma, Covid-19 en Infectieziektenbestrijding, de Omgevingswet, de Forensische geneeskunde en de Tuberculosebestrijding.
De indexering voor 2022 bedraagt 0,89%. De inwonerbijdrage 2022 voor Zutphen komt daarmee op
€ 790.684,-.
Nieuw beleid voor 2022 is verwerkt in de 1e begrotingswijziging 2022, zoals onder het volgende kopje wordt beschreven. Hierdoor zal de inwonerbijdrage 2022 hoger worden.
Daarnaast wordt een Kerntakendiscussie gevoerd bij de GGD. Deze is gestart naar aanleiding van de vorig jaar ingediende zienswijzen, die opriepen om de mogelijkheid van bezuinigingen te onderzoeken. Uw raad wordt ook bij deze Kerntakendiscussie betrokken. Of dit tot bezuinigingen zal leiden voor 2022 is nu nog niet te zeggen. Als dit het geval is, worden die verwerkt in een nieuwe begrotingswijziging 2022.
Eerste begrotingswijziging 2022
Nieuw beleid voor 2022 is verwerkt in de eerste begrotingswijziging 2022. Het gaat daarbij om uitbreiding van de taken van de GGD op grond van het rijksvaccinatieprogramma. Het uitbreiden van de informatie aan ouders over vaccinatie (informed consent) en het verhogen van de vaccinatiegraad, de vaccinatie meningokokken ACWY voor 14-jarigen en de HPV-vaccinatie voor jongens van 10 jaar en de inhaalcampagne. Dit gaat om wettelijk verplichte taken. Gemeenten gaan hier ook extra middelen voor ontvangen uit het gemeentefonds.
Uitgaande van de Programmabegroting en de eerste begrotingswijziging 2022 samen, wordt de inwonerbijdrage GGD voor Zutphen in 2022 € 814.589,-
Zienswijze
Voorstel is om in de zienswijze te benoemen dat de gemeente zich kan vinden in zowel de Programmabegroting 2022, als in de eerste begrotingswijziging 2022. Daarnaast wordt waardering uitgesproken voor de GGD, voor de nog steeds voortdurende grote extra inzet van de GGD, in verband met de bestrijding van de COVID-19 pandemie. Tot slot benoemen we in de zienswijze dat we het goed vinden dat de GGD preventie gericht op kwetsbare groepen verder gaat uitwerken, omdat we het belangrijk vinden dat hier extra aandacht voor komt.
C. Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG)
Inleiding
De concept programmabegroting 2022-2025 beschrijft de doelen, activiteiten en de budgetten van de VNOG voor 2022 en geeft op hoofdlijnen een financiële doorkijk voor de periode tot en met 2025. De begroting bevat per programma de beleidsindicatoren, waaraan (het bereiken van) de maatschappelijk beoogde effecten van de inspanningen van de VNOG kan worden getoetst. De begroting is gebaseerd op de Kadernota 2022-2025 die op 10 december 2020 door het AB is vastgesteld. De concept begroting wordt nu voor een zienswijze aan de gemeenten aangeboden.
Jaarrekening 2020
Er wordt een positief jaarresultaat 2020 verwacht van € 4.929.380. Dit is grotendeels in lijn met de verwachtingen bij de Tweede Financiële Verkenning 2020. Het positieve resultaat is wel lager vanwege extra uitgaven tussen het verschijnen van de Tweede Verkenning en het einde van 2020. Dit betreft o.a. corona (tweede golf), de kosten vanwege de hack in september 2020 en de dekking van het onderzoek nul- en conditiemeting kazernes (€ 400.000) en de uitvoering van de Toekomstvisie (die in januari 2020 werd vastgesteld).
De begroting kon nog niet volledig worden uitgevoerd. Dit werd in hoge mate veroorzaakt doordat de pandemie direct leidde tot (per saldo) lagere uitgaven en indirect tot een verdringing van het reguliere werk, omdat de VNOG de crisis moest (en nog steeds) bestrijden. De VNOG ontplooide een groot scala aan activiteiten, in hechte samenwerking met de gemeenten en GGD. Gedurende het jaar zijn de raden hierover diverse keren geïnformeerd en is er verantwoording afgelegd.
Helder is dat van de minder-uitgaven-dan begroot circa € 3,5 tot 4 miljoen direct toe te schrijven is aan COVID-19. De onderschrijding valt uiteen in twee grote brokken:
- het vrijwilligersbudget oefenen voor € 1.950.000
- de exploitatiekosten voor de brandweer (vakbekwaam worden & blijven, materieel & logistiek) voor € 1.850.000.
Hier staan ca. € 6 ton aan directe uitgaven voor COVID-19 tegenover: de kosten van de crisisorganisatie en die voor de aanpassing aan de 1,5 meter samenleving van de VNOG- organisatie (incl. de posten). Een deel van deze kosten heeft de VNOG gedeclareerd (bij GGD NOG en zorgaanbieders/zorgverzekeraars), een deel gaat de VNOG declareren bij het Ministerie van VWS (honorering van declaratie nog afhankelijk van besluitvorming VWS), een deel is voor rekening van de VNOG.
Het saldo van de jaarrekening 2020 (gecorrigeerd voor COVID-19; “als er geen pandemie geweest was") is flink lager dan dat over 2019. De VNOG komt met de uitvoering van de plannen èn ook in financiële zin dus op stoom.
Het advies is om kennis te nemen van de voorlopige jaarstukken 2019. Naar aanleiding van bijvoorbeeld de accountantscontrole kunnen nog wijzigingen in de jaarstukken worden aangebracht. Een substantieel deel (tussen de bandbreedte van € 4.000.000 en € 4.500.000) wordt “voorgesteld” om terug te geven aan de gemeenten. Voor de gemeente Zutphen bedraagt dit minimaal € 227.200.
Kadernota 2022-2025
Op 10 december 2020heeft het AB de inhoudelijke en financieel-technische uitgangspunten voor de begroting 2022-2025 vastgesteld via de Kadernota 2022-2025. De Kadernota is daarna ter kennisname aan de raden aangeboden. Naar behoefte konden raden een reactie geven. Op 1 maart 2021 heeft de raad van Zutphen besloten geen aanleiding te zien om een reactie in te dienen op de kadernota. Er is een overzicht beschikbaar met alle reacties en verzoeken. Waar mogelijk zijn verzoeken om verduidelijkingen verwerkt in de concept programmabegroting 2022-2025.
Concept programmabegroting 2022-2025
In de programmabegroting zijn de inhoudelijke en financieel-technische uitgangspunten uit de vastgestelde Kadernota 2022-2025 verwerkt. De programmabegroting is opgebouwd conform de opgaven van de VNOG, zoals vastgelegd in de Toekomstvisie-Opdrachten (vastgesteld AB 15 januari 2020) en het regionaal Beleidsplan (vastgesteld AB 10 december 2020). Bij de totstandkoming van deze beide documenten zijn de raden nauw betrokken geweest.
De gemeentelijke bijdrage stijgt alleen als gevolg van de loon- en prijsindexering. De bijdragen worden bij de gemeenten in rekening gebracht conform de percentages van het verdeelmodel. Door de nieuwe verdeling heeft Zutphen te maken met een structurele verlaging (vanaf 2021) van de bijdrage voor de VNOG. Dit is verwerkt in onze begroting. Voor Zutphen komt de bijdrage neer op een bedrag van € 2.741.000.
Zienswijze
Wij stellen voor om geen zienswijze kenbaar te maken aan de VNOG.
D. Basismobiliteit PlusOV
Inleiding
PlusOV is de uitvoeringsorganisatie voor het vraagafhankelijk en routegebonden vervoer in de Stedendriehoek. In een Gemeenschappelijke Regeling (GR) werken 9 gemeenten samen, te weten Apeldoorn, Deventer, Brummen, Epe, Heerde, Hattem, Lochem, Voorst en Zutphen. De gemeente Zutphen is, samen met Apeldoorn en Deventer (DAZ gemeenten) vanaf augustus 2019, gestopt met het routegebonden (RGB) vervoer. Het RGB vervoer wordt door twee vervoerders onder regie van de gemeente Zutphen, uitgevoerd.
Na jaren van een fors structureel tekort, liet de jaarrekening 2019 voor het eerst een financiële meevaller zien. Ook over 2020 is er sprake van een positief resultaat.
Jaarrekening 2020
De jaarrekening 2020 wordt positief afgesloten. Dit is grotendeels toe te schrijven aan lagere kosten als gevolg van de Covid 19 pandemie . Het Algemeen Bestuur stelt voor om het positieve resultaat 2020
(€ 160.030) als saldo van de lasten en baten als volgt te bestemmen;
• € 440.030 Uittreedsom DAZ gemeenten toevoegen aan de RG6 Reserve.
• € 280.000 te onttrekken uit de reserve optimalisatiekosten
• Vanuit de RG6 reserve de bijdrage van de RG6 gemeenten € 138.641 toe te voegen aan de reserve optimalisatiekosten.
De organisatiekosten zijn weliswaar gedaald in 2020, maar nog altijd hoger dan gewenst. In het meerjarenprogramma is daarom een taakstelling opgenomen. Hiervoor is een plan van aanpak opgesteld.
Kadernota
In de kadernota voor de begroting van 2022-2025 staan de risico’s en beheersmaatregelen van PlusOV. Voor de gemeente Zutphen zijn die van belang voor zover deze betrekking hebben op het vraagafhankelijk vervoer.
Het jaar 2021 staat in het teken van het voortzetten van het verkleinen van de organisatie en het passend maken van de organisatie op basis van de nieuwe opdracht, waarin het routegebonden vervoer niet meer voor Deventer, Apeldoorn en Zutphen wordt uitgevoerd.
Daarnaast werkt PlusOV aan de implementatie van het 'plan van aanpak kostenreductie'. De maatregelen in dit plan van aanpak - zoals het aanschaffen van verbeterde planningssoftware en het verminderen van het aantal loosmeldingen in het vraagafhankelijk vervoer - leiden tot optimalisatie van processen en verdere kostenreductie.
Ontwerpbegroting 2021
Voor u ligt de Concept Meerjarenbegroting 2022-2025.
De in de kadernota 2022-2025 gedefinieerde uitgangspunten zijn vertaald naar de begroting. De effecten van de voorgenomen optimalisatie en wijzigingen in de organisatie, zoals in het ‘Plan van Aanpak Kostenreductie’ opgenomen, zijn eveneens verwerkt. De kostenbesparingen uit de jaarrekening 2020 die structureel lijken, zijn verwerkt in deze begroting.
De organisatiekosten lopen verder af in de jaren 2023 (€ -100.000) en 2024 (€ -50.000).
In de begroting is vanaf 2022 gerekend met de nieuwe vervoerskosten op basis van de aanbesteding in het Vraagafhankelijke Vervoer.
Die kosten kwamen hoger uit dan in het huidige contract. Tevens vindt er een afbouw van de provinciale subsidie plaats van 2021 t/m 2023, waardoor de bijdragen van de gemeenten hoger worden.
In de begroting wordt geen rekening gehouden met effecten van de corona-maatregelen.
De gemeente Zutphen neemt in 2022 alleen nog het vraagafhankelijk vervoer af. De kosten daarvan zijn begroot op € 604.366,- waarvan de organisatiekosten € 192.731,- bedragen.
De kanttekening voor PlusOV en voor alle deelnemende gemeenten is dat er een juridisch geschil loopt met een vervoerder over de facturatie.
Met taxibedrijf Willemsen-de Koning (WdK) is er een verschil van inzicht over de afrekening van het leerlingenvervoer en dagbestedingsvervoer voor het schooljaar 2018-2019. WdK heeft PlusOV en de betrokken gemeenten op 11 oktober 2019 gedagvaard. Op 2 december 2020 heeft de zitting bij de rechtbank plaatsgevonden. Inmiddels heeft de rechtbank aangegeven dat ze aan het vonnis schrijven zijn. Het vonnis wordt rond de zomer van 2021 verwacht. Het risico bestaat dat PlusOV een door de rechter nader vast te stellen bedrag moet betalen aan WdK tot maximaal € 2.268.781,16, te vermeerderen met rente en kosten.
Zienswijze
Wij stellen voor om de volgende zienswijze kenbaar te maken aan PlusOV:
De gemeenteraad constateert tot grote tevredenheid dat de begroting van PlusOV inzichtelijker is geworden door de technische wijzigingen die zijn doorgevoerd.
Tevens neemt de gemeenteraad waar dat er blijvende aandacht is voor kostenreductie met behoud van kwaliteit.
Tegelijkertijd baren de kostenstijging bij het vraagafhankelijk vervoer en de mogelijke gevolgen
van de COVID-19 pandemie op de continuïteit van het doelgroepenvervoer de gemeenteraad zorgen.
- Kostenstijging vraagafhankelijk vervoer
De gemeenteraad beseft zich terdege dat dit enerzijds het logische gevolg is van de toepassing van de NEA-index en de huidige aanbesteding. Anderzijds is het de wens van de gemeenteraad om het vraagafhankelijk vervoer ook op termijn betaalbaar te houden. De verwachting is immers dat deze kosten ook autonoom zullen stijgen omdat er sprake is van een vergrijzende bevolkingsopbouw. In de meerjarenbegroting 2022-2025 wordt gesproken over een investeringsplan om de efficiency en daarmee kostenreductie van de vervoerscentrale blijvend te realiseren. De raad vraagt blijvend geïnformeerd te worden over de effecten daarvan.
- Continuïteit van het doelgroepenvervoer
Het jaar 2020 was een bijzonder jaar: als gevolg van de coronamaatregelen was er sprake van fors lagere vervoersvolumes met financiële consequenties voor de vervoerders als gevolg. Mede met dank aan de compensatie aan vervoerders is de continuïteit van het doelgroepenvervoer gewaarborgd. Hoewel de vooruitzichten goed zijn, is het risico op het omvallen van vervoerders nog niet geweken. De gemeenteraad en wij vernemen graag van u hoe u dit jaar omgaat met compensatie richting de vervoerders met als doel de continuïteit van het doelgroepenvervoer te garanderen.
E. Omgevingsdienst Achterhoek
Inleiding
De omgevingsdienst Achterhoek voert voor onze gemeente de wettelijke taken uit op het gebied van milieu. De taken zijn vergunningverlening, toezicht en handhaving en specialistische taken zoals op het gebied van geluid, lucht en bijvoorbeeld externe veiligheid. De taken zijn vertaald in producten waarvoor wordt betaald door de deelnemers. Dit betekent dat wanneer er bijvoorbeeld meer bedrijven opstarten er meer vergunningen of meldingen worden aangevraagd en onze kosten stijgen.
Jaarrekening 2020
De regionale jaarrekening 2020 van de ODA sluit met een positief resultaat van € 538.000. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
- Hogere baten (€ 374.000) ; De subsidie bijdrage Externe Veiligheid is in 2020 doorgelopen. De ODA heeft in de coronaperiode extra inzet gepleegd voor de provincie waardoor extra inkomsten zijn verkregen.
- Lagere lasten (€ 164.000); Vanwege de pandemie zijn de geplande opleidingen voor 2020 afgelast.
Het aandeel van de gemeente Zutphen in het resultaat van € 538.000 is € 26.480.
De afname van de producten (begroting van de ODA is op basis van output) heeft voor de gemeente Zutphen ook nog een voordeel opgeleverd van € 62.500.
Begroot was € 602.300 en de realisatie was € 539.800.
Minder afgenomen:
- Toezicht en handhaving € 10.000
- Vergunningen € 43.500
- Advies en specialisme € 14.800
Extra scannen voor archief € 5.800 (negatief)
Totaal resultaat 2020 voor gemeente Zutphen € 62.500 (positief)
Ontwerpbegroting 2022
Met het vaststellen van deze ontwerpbegroting 2022 stemt u in met de koers voor 2022 en het bijbehorende financiële kader. De koers betreft het goed en transparant uitvoeren van de wettelijke taken binnen de lijnen van de eigen prestatie-indicatoren en de landelijke kwaliteitscriteria waarbij verder invulling wordt gegeven aan efficiencymaatregelen.
De bijdrage voor de gemeente Zutphen in 2022 is € 605.900. In de meerjarenraming van 2022 van de gemeente Zutphen is € 610.700 opgenomen. Kortom € 4.800 minder dan zelf geraamd.
In zijn totaliteit is het een reële begroting. Onder het kopje overige informatie wordt verder op de inhoud ingegaan.
Kadernota
Deze GR heeft geen kadernota opgesteld.
Zienswijze
Gelet op bovenstaande wordt voorgesteld om geen zienswijze in te dienen.
Overige informatie
De begroting 2022 is opgesteld in lijn met die van 2021. Het activiteiten niveau blijft daarmee vooralsnog gelijk. Wel zijn op initiatief van de Provincie de taken voor complexe handhaving voor bedrijven onder provinciaal bevoegd gezag, gecentraliseerd bij de omgevingsdienst Arnhem. Op dit onderdeel is de begroting licht naar beneden bijgesteld.
De ODA beschrijft de koers voor 2022 als volgt:
“In 2020 is besloten dat de invoering van de Omgevingswet, mede door Corona, met een
jaar is uitgesteld. Daardoor loopt de voorbereiding op de invoering een jaar langer door. Vooralsnog is de nieuwe invoeringsdatum gesteld op 1 januari 2022. De extra tijd is heel goed te gebruiken om ons samen met onze partners beter voor te bereiden. In de praktijk zal blijken of we daar voldoende in geslaagd zijn. Ervaring leert dat na invoering van een omvangrijke wetswijziging nog allerlei verbeteringen in de processen en de uitvoering nodig zijn. Dat gaan we in 2022 zien. Bij de invoering van de Omgevingswet gaan provinciale bodemtaken over naar gemeenten en deze maken dan deel uit van het basistakenpakket van de gemeenten. We bereiden de overdracht met onze partners voor zodat dit in 2022 soepel kan verlopen. De ODA wil op een efficiënte manier bijdragen aan een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving. Daarom blijven we ons verdiepen in nieuwe ontwikkelingen in de samenleving. Die ontwikkelingen hebben dikwijls zowel positieve als negatieve kanten. Bijvoorbeeld: het gebruik van nieuwe, veelbelovende materialen of technieken. In eerste instantie prachtige innovaties die later schadelijke effecten hebben voor milieu of gezondheid. Hoe eerder we de schadelijke effecten herkennen, hoe beter we erop kunnen inspelen. Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) vragen daarbij steeds meer aandacht, kennis en expertise. De stikstof problematiek en PFAS zijn nog niet opgelost en hebben invloed op de ontwikkelingen die gemeenten willen realiseren. Hoe halen we de doelstellingen voor klimaat, energie en duurzaamheid? Op deze terreinen blijven we ons actief inzetten om vanuit onze rol kennis en expertise in te brengen. Via advisering en toezicht kunnen we bijdragen aan het behalen van de ambities van onze partners. Bestrijding van milieu- en drugscriminaliteit is een complex vraagstuk, ook omdat hier veel geld in omgaat. We zien dat samenwerken loont. Met het Gelders Stelsel gaan we aan de slag om te investeren in data analyse. Dit gebruiken we om onze capaciteit slimmer en beter in te zetten.”
F. Tribuut belastingsamenwerking
Inleiding
Tribuut voert sinds 1 januari 2016 de belastingtaak uit voor de gemeenten Apeldoorn, Epe, Lochem, Voorst en Zutphen. Tribuut is een bedrijfsvoeringsorganisatie met een enkelvoudig bestuur. Daardoor blijft autonomie op beleid voor belastingen bij de afzonderlijke gemeenten. De begroting 2022 borduurt voort op de jaarrekening en het jaarverslag van 2020.
Jaarrekening 2020
Op 9 april jongstleden is door het bestuur van Tribuut de definitieve jaarrekening 2020 en het jaarverslag 2020 vastgesteld. In 2020 is na een onderzoek van Rijnconsult een plan gemaakt voor de doorontwikkeling. Dit rapport is besproken met het bestuur. In december is dat vertaald in een routekaart waarin de te behalen mijlpalen zijn bepaald. Deze planning loopt door tot de zomer, eind 2021 zijn er een aantal evaluaties gepland.
Afgelopen jaar stond ook in het teken van het omzetten van de WOZ taxaties van m3 naar m2. Dat is voor 4 gemeenten, waaronder Zutphen, inmiddels afgerond. Deze inwoners hebben dit jaar de taxatie op basis van m2 ontvangen. De zorgen omtrent de ‘No Cure No Pay bureaus’ blijven toenemen. Hoewel de trend zich iets lijkt af te vlakken is er geen garantie dat het niet verder stijgt. De kosten voor Tribuut en daarmee ook voor de gemeenten blijven daardoor erg groot.
Tijdens het opstellen van de jaarrekening van Tribuut is definitief gebleken dat er een batig saldo van
€ 327.200 is in het boekjaar 2020. Tijdens de bestuursvergadering van 9 april heeft het bestuur besloten om, conform artikel 24 Gemeenschappelijke Regeling Tribuut, dit resultaat toe te voegen aan de algemene reserve.
In maart is door de accountant een goedkeurende verklaring afgegeven voor zowel rechtmatigheid als getrouwheid. Het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) is in alle materiële opzichten nageleefd in 2020 en de begrotingsoverschrijdingen passen binnen het bestaande beleid en zijn goed toegelicht.
Verbeterpunten:
- Het advies van de accountant is om zo snel mogelijk een activerings- en afschrijvingsbeleid te formaliseren nu Tribuut in boekjaar 2020 voor het eerst materiële activa heeft geactiveerd.
- Door het ontbreken van functiescheiding bij de autorisatie inkoopfacturen bestaat een risico dat facturen worden goedgekeurd waar geen prestatie tegenover staat. Uit aanvullende analyse en steekproeven zijn echter geen bijzonderheden naar voren gekomen.
Eerste begrotingswijziging 2021
Op 20 maart 2020, is de begroting voor 2021 formeel geaccordeerd in het bestuur. In de loop van 2020 bleek dat de in het verleden gemaakte keuzes financieel tegenvallen. Het gaat hierbij grotendeels om incidentele kosten.Het toeslaan van het COVID-19 virus heeft forse consequenties gehad voor de belastingprocessen binnen Tribuut. Doordat de inning van een aantal belastingen op verzoek van de deelnemers is uitgesteld of zelfs afgesteld, was er sprake van verlies van efficiency in het proces, veel extra handmatig werk om de ‘uitstel van betaling’ zoals mogelijk gemaakt voor de belastingplichtige in de systemen te verwerken. Verder zijn er diverse aanpassingen nodig gebleken om vanuit huis te kunnen werken.
Het bestuur van Tribuut heeft in de vergadering van 9 april 2021 besloten om akkoord te gaan om het nog niet uitgegeven deel van de op 3 juli 2020 benoemde kosten voor COVID-19 over te hevelen naar 2021 en daarnaast om de voorgestelde incidentele (€ 308.800) en structurele ( € 351.782) begrotingswijzigingen 2021 te verrekenen met de algemene reserve.
Kadernota
Ontwikkelingen en uitgangspunten, die normaal gesproken in de kadernota zijn verwerkt, zijn nu in de begroting 2022-2025/toekomstplan opgenomen.
Ontwerpbegroting 2022
De begroting is opgebouwd uit programmaonderdelen en paragrafen. Per programmaonderdeel zijn prestatie-indicatoren benoemd. De budgetten voor structurele en incidentele kosten in de begroting 2022 worden geïndexeerd op basis van de prijsontwikkeling 2020, die in de septembercirculaire 2020 van het rijk is aangegeven:
• Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers: 3,60%;
• Prijs overheidsconsumptie, netto materieel: 1,50%;
• Prijs bruto binnenlands product : 1.70%.
De nieuwe indexering is vergelijkbaar met die van voorgaande begroting en leidt daardoor niet tot substantiële afwijkingen. De kosten voor de uitvoering van de belastingtaken worden conform de door het bestuur vastgestelde kostenverdeelsystematiek, verdeeld naar de gemeenten, op basis van de verschillende activiteiten per belastingsoort.
Vanaf 2021 kan Tribuut niet meer gebruik maken van het opstartbudget wat tot een substantiële structurele verhoging van de begroting leidt. Tribuut heeft in het verleden structurele uitgaven uit het incidentele opstartbudget gedekt. Nu dit opstartbudget is vervallen ontstaat er een tekort in de begroting. Daarom heeft Tribuut deze uitgaven structureel in de begroting opgenomen. Het aandeel voor de gemeente Zutphen is
€ 125.000 in 2022. In 2021 leidt dit niet tot een verhoging omdat Tribuut deze uitgaven uit haar reserve gaat dekken.
Zienswijze
Omdat een structurele bezuiniging niet wordt gerealiseerd is het verzoek aan Tribuut om haar werkzaamheden in het vervolg, los van nieuwe ontwikkelingen die niet door Tribuut zijn te beïnvloeden zoals Covid, binnen het beschikbaar gestelde budget uit te voeren. Gelet op de omvang van de extra lasten en de krappe financiële situatie van de gemeente Zutphen is het verzoek aan Tribuut om in 2022 te onderzoeken of de besparing niet alsnog kan worden gerealiseerd en bij de opstelling van de begroting 2023 hierover te rapporteren.
Kanttekeningen
De (algemeen) besturen van de gemeenschappelijke regelingen stellen uiteindelijk de begrotingen vast
De (algemeen) besturen bepalen zelf of zij de ingediende zienswijzen overnemen of niet.
Communicatie/Vervolgtraject/Uitvoering
De ontwerpbegrotingen zijn ter inzage gelegd conform artikel 35 Wgr.
De door ons opgestelde voorlopige zienswijzen hebben wij alvast toegestuurd aan de gemeenschappelijke regelingen, zodat zij deze tijdig kunnen betrekken bij het opstellen van de definitieve begrotingen. Bij sommige gemeenschappelijke regelingen start de voorbereiding van de bestuursvergadering waarin de begroting definitief wordt vastgesteld al voordat de gemeenteraden de zienswijze zelf vast hebben kunnen stellen.
Rapportage/evaluatie
De gemeenschappelijke regelingen leggen jaarlijks verantwoording af aan de gemeenten via de inhoudelijke en financiële jaarstukken.
Financiën
Financiële kaders jaarrekening
In onderstaande tabel zijn de gevolgen voor de gemeente Zutphen inzichtelijk gemaakt. Het voordeel van de gemeenschappelijke regelingen voor 2020 is al opgenomen in de jaarrekening van de gemeente Zutphen. Na het afsluiten van de jaarrekening van de gemeente Zutphen zijn er nog resultaten bekend geworden van de gemeenschappelijke regelingen die gevolgen hebben voor de jaarrekening 2021.
Na de vaststelling van de begrotingen 2022 van de gemeenschappelijke regelingen hebben er ontwikkelingen en mutaties plaatsgevonden die een wijziging van de begroting tot gevolg hebben.
Tabel:
GR |
Gevolgen voor jaarrekening gemeente 2020 |
Gevolgen voor jaarrekening gemeente 2021 |
Cleantechregio Stedendriehoek (Regio) |
0 |
0 |
GGD Noord- en Oost Gelderland |
0 |
2.363 |
Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG) |
0 |
227.200 |
Basismobiliteit Plus OV |
99.000 |
48.304 |
Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) |
62.500 |
26.480 |
Tribuut belastingsamenwerking |
0 |
0 |
Totaal |
161.500 |
304.347 |
Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland
Het resultaat van de VNOG is € 4.929.000. Een substantieel deel (tussen de bandbreedte van
€ 4.000.000 en € 4.500.000) wordt “voorgesteld” om terug te geven aan de gemeenten. Voor de gemeente Zutphen bedraagt dit minimaal € 227.200.
Basismobiliteit Plus OV
Het volume van het vraagafhankelijke vervoer was in 2020 door de coronacrisis veel lager dan normaal. Hierdoor zijn de kosten € 1.135.000, - lager uitgevallen. De bijdrage van de gemeente is € 147.304 lager dan het al betaalde voorschot.
Omgevingsdienst Achterhoek
In de jaarrekening 2020 van de gemeente Zutphen is een bedrag van € 62.500 al meegenomen voor minder afname van producten van de omgevingsdienst. Het resultaat van het jaar 2020 van de omgevingsdienst is
€ 539.000. Hiervan moet € 143.000 worden toegevoegd aan reserves. Het restant van € 395.000 wordt terugbetaald aan de partners. Voor de gemeente Zutphen is het aandeel € 26.480.
Financiële kaders meerjarenbegroting
De eventuele financiële consequenties van de uiteindelijke begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen worden verwerkt in de meerjarenbegroting van de gemeente.
Hieronder is aangegeven wat de financiële gevolgen zijn als de ontwerpbegrotingen zonder wijzigingen worden vastgesteld.
Tabel:
GR |
Gevolgen voor gemeentebegroting 2022 |
Cleantechregio Stedendriehoek |
2.600 |
GGD Noord- en Oost Gelderland |
2.200 |
Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG) |
1.500 |
Basismobiliteit Plus OV |
-47.200 |
Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) |
4.800 |
Tribuut belastingsamenwerking |
-125.000 |
Totaal |
-161.100 |
Basismobiliteit Plus OV
De vervoerskosten van het vraagafhankelijk vervoer zijn opnieuw berekend. Bij de berekening zijn we uitgegaan van de gemiddelde prijs van de 4 percelen die begin 2021 zijn aanbesteed en geïndexeerd met de 1%. Verder zijn we uit gegaan van het volume van het vervoer in 2019. Het volume in 2020 is door de coronacrisis geen goede indicatie voor de vervoersontwikkeling.
Tribuut
Vanaf 2021 kan Tribuut niet meer gebruik maken van het opstartbudget wat tot een substantiële structurele verhoging van de begroting leidt. Tribuut heeft in het verleden structurele uitgaven (inhuur en ICT) uit het incidentele opstartbudget gedekt. Nu dit opstartbudget is vervallen ontstaat er een tekort in de begroting. Daarom heeft Tribuut deze uitgaven structureel in de begroting opgenomen. Dit leidt tot een structurele verhoging van de begroting van € 125.000 in 2022.
Het nadelige verschil van € 161.100 voor de gemeenschappelijke regelingen wordt meegenomen bij het dekkingsvoorstel van de programmabegroting 2022 van de gemeente Zutphen.
Bijlagen
Cleantechregio (Stedendriehoek)
A1 Cleantechregio (Stedendriehoek) Jaarstukken 2020
A2 Cleantechregio (Stedendriehoek) Ontwerpbegroting 2022
A3 Cleantechregio (Stedendriehoek) Zienswijzebrief bij ontwerpbegroting 2022
GGD NOG
B1 GGD NOG Jaarstukken 2020
B2 GGD NOG Ontwerpbegroting 2022
B3 GGD NOG Zienswijzebrief bij ontwerpbegroting 2022
B4 GGD NOG Begrotingswijziging 2022
VNOG
C1 VNOG Jaarstukken 2020
C2 VNOG Ontwerpbegroting 2022
C3 VNOG Zienswijzebrief bij ontwerpbegroting 2022
C4 VNOG Overzicht reacties gemeenten
Basismobiliteit Plus OV
D1 Plus OV Jaarstukken 2020
D2 Plus OV Ontwerpbegroting 2022
D3 Plus OV Zienswijzebrief bij ontwerpbegroting 2022
ODA
E1 ODA Jaarstukken 2020
E2 ODA Ontwerpbegroting 2022
E3 ODA Zienswijzebrief bij ontwerpbegroting 2022
E4 ODA Goedkeurende verklaring accountant
E5 ODA Infographic 2020
Tribuut
F1 Tribuut Jaarstukken 2020
F2 Tribuut Ontwerpbegroting 2022
F3 Tribuut Zienswijzebrief bij ontwerpbegroting 2022
F4 Tribuut 1e begrotingswijziging 2021
Bijlagen
Ontwerp
Besluit
De raad van de gemeente zutphen,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester & wethouders van 12 mei 2021 met nummer 187836
b e s l u i t :
1. Naar aanleiding van de ontwerpbegrotingen van de gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente Zutphen deelneemt:
a. In te stemmen met de ontwerpbegrotingen 2022 onder het plaatsen van enkele opmerkingen en deze als zienswijze te sturen aan:
i. de GGD Noord- en Oost Gelderland
ii. Basismobiliteit PlusOV
iii. Tribuut
conform bijgevoegde conceptbrieven.
b. In te stemmen met de ontwerpbegrotingen 2022 zonder het plaatsen van opmerkingen en dit als zienswijze te sturen aan:
i. de Cleantechregio (regio Stedendriehoek)
ii. de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG)
iii. Omgevingsdienst Achterhoek (ODA)
conform bijgevoegde conceptbrieven.
2. Kennis te nemen van de jaarrekeningen 2020 van de onder 1 genoemde gemeenschappelijke regelingen.
3. In te stemmen met de eerste begrotingswijziging 2021 en 2022 zonder opmerkingen en dit als zienswijze te versturen (zie brief ontwerpbegroting 2022)
i. de GGD Noord- en Oost Gelderland
ii. Tribuut
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente zutphen,
gehouden op:
de voorzitter, de griffier,
Behandeld in Forum van 27 mei 2021 Naar boven
Toelichting griffie
Raadsadviseur:
Aanwezig namens | Naam |
---|---|
GroenLinks | H Krans |
SP | |
PvdA | F.J.M. Heitling |
Burgerbelang | H.J.M Verschure en M.G.S. Siemes |
D66 | P Van der Hammen en R.G.M. Rutten |
VVD | A. van Dijk en G. Peteroff |
CDA | H Haringsma en M. Purperhart |
Stadspartij | G.J.H. Pelgrim |
BewustZW | A.W. Jansen |
ChristenUnie | A. van Dijken |
Kies Lokaal Zutphen Warnsveld | A Menkveld |
- Portefeuillehouder(s)
- H. Matser, L. Werger, M. ten Broeke
- Pers
- ja
- Insprekers
- nee
Verslag van de vergadering
De voorzitter opent het Forum en heet de aanwezigen welkom. Tijdens dit Forum liggen de zienswijzen voor op de ontwerpbegrotingen 2022 van de gemeenschappelijke regelingen, waarin de gemeente Zutphen participeert.
D66 kan op hoofdlijnen instemmen met voorliggende begrotingen. Weliswaar heeft de fractie enkele vragen en opmerkingen, maar die zijn niet van dien aard dat dit een aanpassing op de zienswijze noodzaakt.
De fractie denkt dat het toevoegen van een lijst met afkortingen de leesbaarheid van de stukken zou kunnen bevorderen.
De PvdA sluit zich aan bij de inbreng van D66 en ziet ook geen aanleiding om de stukken te amenderen. De fractie heeft wel enkele vragen op deelonderwerpen. Als de informatie per item wordt gestandaardiseerd, komt dit de presentatie ten goede.
Burgerbelang is het in hoofdlijnen met voorgaande sprekers eens. De fractie vraagt hoe de verrekening van de jaarrekening 2020 van de gemeenschappelijke regelingen heeft plaatsgevonden. De positieve saldi worden in 2020 bij de gemeenten geboekt, terwijl ze pas 2021 daadwerkelijk in de kas komen. Spreker vraagt of dit boekhoudkundig gebruikelijk is.
De Stadspartij kan zich vinden in de geformuleerde zienswijzen, maar heeft nog wel een vraag bij de zienswijze voor de GGD. Daarin wordt gesproken over een eerste begrotingswijziging voor 2022. De vraag is hoe er al een eerste wijziging kan liggen als de begroting voor 2022 nog moet worden opgesteld. Voor het overige spreekt de fractie waardering uit voor de zienswijzen zoals deze zijn opgesteld.
De VVD dankt voor de heldere presentatie. Op enkele onderwerpen zal de fractie bij de bespreking van de betreffende jaarrekening nader ingaan.
De voorzitter geeft de fracties vervolgens gelegenheid om per gemeenschappelijke regeling vragen te stellen en opmerkingen te maken.
* Cleantech Regio
De PvdA geeft aan, dat in de stukken wordt gesproken over vertraging op een aantal projecten. Spreker vraagt welke projecten dat betreft en waarom vertraging is ontstaan. Voorts wordt gesproken over herijking van de koers en professionalisering. Wat dit betreft, vraagt de PvdA om een nadere toelichting. In de stukken wordt voorts ingegaan op de rol ten aanzien van de woningbouwambitie van de Cleantech regio. Onlangs is door de gemeenten Apeldoorn, Deventer en Zwolle een woondeal met het Rijk afgesproken. Spreker vraagt of Zutphen hierin ook een rol heeft. Tot slot, stelt spreker vast dat er geen kadernota ligt.
* GGD Noord Oost Gelderland
De PvdA constateert dat een bedrag van € 69.000,= terugvloeit naar de gemeenten. De fractie acht het voorstelbaar dat de GGD daar zelf een bestemming voor zoekt, aangezien het geen groot bedrag is.
* Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG)
De VVD vindt het prima dat de VNOG op de huidige voet doorgaat. Wel vindt de fractie het opvallend dat er minder geld lijkt te gaan naar risico- en crisisbeheersing. De fractie wil weten wat de visie van het College is op het nieuwe beleid van de VNOG. De vraag is of dit nieuwe beleid financieel kan worden gedekt uit bestaande middelen.
De Stadspartij heeft via de nieuwsberichten vernomen dat er een Europese richtlijn komt, waarin is opgenomen dat vrijwilligers op een andere manier moeten gaan werken en uitsluitend deeltaken mogen uitvoeren. De vraag is of hier binnen de VNOG ook discussie over bestaat. Immers, binnen de VNOG is sprake van een groot deel vrijwillige medewerkers.
* Basismobiliteit Plus OV
De VVD constateert dat bij Plus OV wordt gejubeld over het positieve resultaat. De VVD constateert echter dat dit met name wordt veroorzaakt door incidentele meevallers, terwijl in de begroting sprake is van druk op de kosten. De vraag is wat daarvoor de redenen zijn, alsmede of Plus OV op de goede weg is.
De PvdA constateert dat de gemeente Zutphen in 2022 alleen nog maar het vraagafhankelijke vervoer afneemt. De kosten daarvan worden begroot op € 604.000,=. Spreker stelt vast dat hiervan een derde deel, ad € 192.000,=, organisatiekosten betreft en acht dit in verhouding veel.
In de zienswijze wordt blijvende aandacht gevraagd voor kostenreductie met behoud van kwaliteit. Spreker vraagt hierop een nadere toelichting.
BewustZW vindt het vanuit Plus OV opvallend stil momenteel. Dit hoeft niet te betekenen dat er goed nieuws volgt. BewustZW vraagt de Raad mee te nemen in het proces van verbetering en verandering naar een toekomstmodel.
Kies Lokaal is blij dat de gemeente voor een deel uit Plus OV is gestapt, want dit kostte de gemeente heel veel geld. Wellicht zou het nog beter zijn om ook het vraagafhankelijke vervoer uit Plus OV te halen. Dit zou vele malen voordeliger kunnen, want Plus OV is een organisatie met veel overhead.
D66 constateert dat Plus OV min of meer op orde is. Er ligt nog wel een efficiencyslag voor de nabije toekomst. Omdat Plus OV betrekking heeft op mobiliteit, is het belangrijk om op korte termijn ook naar het aspect ‘duurzaamheid’ te kijken. Het zou mooi zijn als een duurzaamheidsparagraaf kan worden ingevoerd.
De Stadspartij wijst op het geschil van Plus OV met een vervoerder. De vraag is in hoeverre de gemeente er rekening mee houdt dat een deel van die claim uiteindelijk bij de gemeente terechtkomt.
* Omgevingsdienst Achterhoek (ODA)
De VVD vraagt wat er wordt gedaan met de verklaring van beperkingen in relatie tot de rechtmatigheid. Ook over 2020 is een vergelijkbare verklaring afgegeven. De vraag is waarom deze controleverklaring niet in de (toelichting op de) jaarrekening is opgenomen.
BewustZW sluit zich aan bij de reactie van de VVD en voegt toe dat vandaag bekend is geworden dan de Omgevingswet per 1 juli 2022 wordt ingevoerd, zijnde een half jaar later dan gepland. De vraag is hoe dit zich verhoudt tot de begroting, waarin is uitgegaan van invoering per 1 januari 2022. De fractie vraagt zich af of dientengevolge de begroting naar beneden kan worden bijgesteld. Dit zou een gunstige invloed kan hebben op de gemeentelijke financiën.
De Stadspartij constateert dat de provinciale bodemtaken bij de invoering van de Omgevingswet bij de gemeenten komen te liggen en daarmee indirect naar de ODA gaan. De vraag is of de gemeente zich daarop voorbereidt, of dat dit volledig aan de ODA wordt overgelaten. In het verlengde daarvan is het de vraag of de ODA hiervoor voldoende kennis en expertise in huis heeft. Een actueel onderwerp is de bestrijding van milieu- en drugscriminaliteit. De vraag is hoe de handhaving door de ODA en de samenwerking met de gemeentelijke BOA’s in dezen is geregeld.
* Tribuut belastingsamenwerking
GroenLinks verwijst naar de formulering in de tweede alinea, waar wordt gesproken over “gebrek aan functionele fijnmazigheid”. De fractie roept het College op hier snel en kritisch naar te kijken.
De VVD constateert dat de financiën er bij het Tribuut een stuk beter voor staan. Wat opvallend is, is het grote aantal ingediende bezwaren, waarvan er opvallend veel gegrond zijn verklaard. De vraag is of op dat punt iets is veranderd, want de getallen komen grotendeels overeen met die van vorig jaar.
De Stadspartij wijst op het opstartbudget van het Tribuut. Vanaf 2021 kan het Tribuut daar geen gebruik meer van maken, maar de structurele uitgaven zijn nog niet afgedekt in de begroting. Het is belangrijk dat het Tribuut het proces goed gaat organiseren, zodat er geen incidentele kosten ontstaan.
De voorzitter biedt het College gelegenheid om te reageren op de vragen en opmerkingen.
Het College gaat in op de technische vragen en geeft aan, dat bij de Cleantech regio de zoektocht naar nieuwe huisvesting voor het regiobureau vertraging heeft opgelopen. Het pand in Voorst wordt verbouwd en de regio heeft besloten om een andere locatie te gaan zoeken. Voorts is vanwege corona vertraging opgelopen op een aantal projecten. Vanwege veranderende subsidieregels zijn ook de projecten op het gebied van mobiliteit enigszins vertraagd.
In 2020 is de organisatie van de Cleantech regio afgerond. De regionale opgaven, waaronder de woonopgaven, zijn scherper geformuleerd. Er is een start gemaakt met actualisering van de Cleantech agenda en dat leidt tot een perspectief voor 2030. In het najaar komt er een uitgangsprogramma naar de Raad. Er is geïnvesteerd in de communicatie naar de raden.
Namens vier burgemeesters is een brief naar de Raden gestuurd, waaronder de gemeenteraad van Zutphen. In deze brief wordt een pleidooi gehouden voor de Woondeal.
Het College bevestigt dat er geen Kadernota bij de stukken is gevoegd. Het is de bedoeling om dat vanaf volgend jaar wel te doen. Dit wordt in het proces opgenomen.
In reactie op de vragen over de GGD Noord Oost Gelderland, meldt het College dat de begroting 2022 in concept beschikbaar is. De eerste begrotingswijziging, waarop werd gewezen, heeft betrekking op deze conceptbegroting. De wijziging heeft te maken met de keuze om voor 2022 bestaand beleid voort te zetten. De wijziging maakt inzichtelijk welke invloed nieuw beleid zou hebben op de begroting. Daarnaast heeft de wijziging betrekking op het rijksvaccinatieprogramma en is logisch en verklaarbaar.
Het resultaat over 2020 is niet naar de reserve van de GGD gegaan. De reserve van de GGD is op orde. Er is dus een goede reden om het bedrag aan de gemeenten uit te keren.
Het College licht vervolgens toe, dat de VNOG de afgesproken lijn volgt, conform de toekomstvisie die in 2020 in de Raad is besproken. In de praktijk gaat er niet minder geld naar risico- en crisisbeheersing. Van nieuw beleid is op dit moment geen sprake.
De VNOG is druk bezig met de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren, WNRA. Daartoe is een werkgeversvereniging opgericht.
Het College bevestigt dat het positieve resultaat over 2020, bij Plus OV, inderdaad door eenmalige meevallers wordt veroorzaakt, maar dat is niet de enige oorzaak. Er is ook duidelijk sprake van meer grip op de kosten en een betere kostenbeheersing. Aan de beheer- en regiekant zijn grote verbeterslagen gemaakt. Het College suggereert om de nieuwe directeur van Plus OV op een later moment een keer uit te nodigen voor een Raadsvergadering of tijdens een Forum. Dat de organisatiekosten relatief hoog zijn ten opzichte van de vervoerskosten is een terechte constatering, maar dat is kenmerkend voor dit type vervoer. De kosten bij Plus OV zijn in lijn met die van vergelijkbare uitvoeringsorganisaties. Er worden momenteel nog steeds verbeterslagen gemaakt, die zien op kostenbesparing met behoud van kwaliteit. Een recent voorbeeld hiervan heeft te maken met software, waardoor de planners beter in staat worden gesteld om goed te plannen. Hierdoor kunnen de uitvoeringskosten naar beneden worden bijgesteld. Bij het afsluiten van de contracten en in de aanbestedingen is - via de normeringen voor de voertuigen - aandacht besteed aan het aspect ‘duurzaamheid’. Duurzaamheid blijft ook in de komende tijd een punt van aandacht.
De PvdA begrijpt dat de complexiteit van de aangeboden diensten tot de hoge kosten leidt. In reactie op de opmerking van het College over software, wijst de fractie erop, dat de organisatie die software al vier jaar heeft.
Het College licht toe, dat Plus OV met meerdere softwaresystemen werkt. Genoemd systeem heeft betrekking op de planning. Hierdoor is minder personeel nodig.
In de lopende rechtszaak met één van de vervoerders, is nog geen definitieve uitspraak gedaan. Wel zullen de gemeenten rekening moeten houden met het risico van de uitspraak in deze rechtszaak. Dit betekent dat zij een voorziening moeten treffen.
Het College gaat in op de verklaring van beperkingen inzake de rechtmatigheid, wat betreft de ODA. Het is het College niet bekend dat deze verklaring ook over 2020 is afgegeven. De beperking wat betreft de rechtmatigheid heeft betrekking op overschrijding van het bedrag van € 84.000,= waar de accountant de materialiteit op heeft vastgesteld. Er is een fouttolerantie van 1 procent. Alles wat daarboven komt, komt direct voor een beperkende verklaring in aanmerking. Het gaat in dit geval over inhuur, die plaats zou moeten vinden conform Europese aanbestedingsregels. Het gaat daarbij om een bedrag van € 116.000,=. Op een bedrijfsbudget van 8,4 miljoen euro is dit een beperkte overschrijding, maar omdat de tolerantiegrens door de accountant heel strak is vastgesteld, is een beperkende verklaring afgegeven. De ODA heeft aangegeven dat de aanbesteding met betrekking tot inhuur dit jaar niet opnieuw plaatsvindt. Dat betekent dat deze verklaring dan achterwege kan blijven.
De invoering van de Omgevingswet is inderdaad tot 1 juli 2022 uitgesteld. Dat geeft wat extra tijd om samen met de ODA te kijken naar wat er op de gemeenten en de ODA afkomt met deze nieuwe wet en hoe de taakverdeling wordt. De raad kan daarover ook nog een standpunt innemen.
Als het gaat om de controle op wet- en regelgeving door omgevingsdiensten, blijkt het in het algemeen zeer lastig om geschikte medewerkers hiervoor te vinden. De ODA ondervangt dat enerzijds met inhuur, maar ook die mogelijkheden blijken beperkt. Daarom is de ODA voornemens deze expertise zelf te gaan organiseren middels interne scholing en opleiding, om zodoende aan de kwaliteitsnormen te kunnen gaan voldoen.
BewustZW stelt, dat voor inhuur vaak gecertificeerde bureaus worden gekozen. Deze bureaus zijn echter ook vaak werkzaam aan de indienerskant. Dan bestaat de kans dat de indiener tevens de toetser wordt hetgeen niet wenselijk is. BewustZW vraagt het College erop toe te zien dat een dergelijke situatie niet ontstaat.
Het College antwoordt dat dit soort risico’s zeker dient te worden voorkomen. Mede daarom is het lastig om de expertise in huis te halen. Het College stelt voor om de specifieke inhoudelijke vragen te laten beantwoorden door de directeur van de ODA tijdens een Forum, waarvoor zij kan worden uitgenodigd.
BewustZW is blij met dit antwoord en met het voorstel om de directeur uit te nodigen. Daarmee laat de raad ook zien dat zij hier een focus op legt en kijkt hoe hier op een verstandige manier invulling aan kan worden gegeven.
De Stadspartij wijst op het belang van controle en handhaving. Het is belangrijk dat de samenwerking op dat gebied goed verloopt. Daarom juicht hij het voorstel toe om daarover met de directeur van de ODA in gesprek te gaan.
D66 merkt op, dat de ODA twee maanden geleden een informatieavond voor raadsleden heeft georganiseerd, waar deskundigen aanwezig waren om allerlei vragen te beantwoorden. Het is zinvol om als raadslid bij dit soort activiteiten aan te sluiten.
BewustZW zegt dat het – naast de inhoudelijke vragen – ook de vraag is hoe de raad strategisch kan sturen en op afstand doelen kan bereiken. Het lijkt spreker verstandig om het Forum daartoe in twee delen te knippen – een handhavingsonderdeel, wellicht in beslotenheid – en een onderdeel voor de overige onderwerpen.
Het College geeft aan, dat het Gelders stelsel, waarbinnen met de omgevingsdiensten van heel Gelderland wordt samengewerkt, tot een interessante manier van werken leidt. Het is interessant om daar meer over te weten te komen.
Als het gaat om handhaving, hoeft niet altijd over specifieke casuïstiek te worden gesproken. Het College wil hierin graag tegemoetkomen zodat er een kwalitatief goed Forum kan plaatsvinden.
In reactie op de vragen over het Tribuut, licht het College toe, dat de functionele fijnmazigheid met name betrekking heeft op de post ‘Algemene kosten’. De nieuwe directeur heeft gezegd dat deze wordt gerubriceerd in nieuwe posten.
Het aantal bezwaren is al meerdere jaren een probleem. De ‘no cure no pay’ bureaus hebben met de nieuwe wetgeving een lucratief businessmodel ontdekt. Dat is een groot probleem voor alle tributen in Nederland. Het Tribuut scoort op het landelijk gemiddelde, als het gaat om het totaal aantal bezwaren ten opzichte van het totaal aantal woningen en niet-woningen en het aantal toegekende bezwaren. Dat wil echter niet zeggen dat het niet beter kan.
De PvdA vraagt of een bezwaar tegen een OZB-beschikking inhoudt dat het Tribuut iets fout heeft gedaan. Spreker meent dat het probleem eerder bij de gemeenten ligt, want zij stellen de OZB-waarden vast.
Het College licht toe, dat het bepalen van de OZB-waarde wel een verantwoordelijkheid van het Tribuut is. Om die reden is gekozen voor een waardering per vierkante meter in plaats van een waardering per kubieke meter; dat heeft een gunstig effect op het aantal bezwaren. Overigens neemt het aantal bezwaren licht toe, maar de bedragen waar de bezwaren betrekking op hebben, zijn vrij laag.
De werkwijze van het Tribuut is eveneens aangepast. Het Tribuut verstuurt in februari de brief en nodigt degenen die het niet eens zijn met de waardering uit voor een gesprek. Vervolgens wordt contact gelegd met degene, die de waardering heeft uitgevoerd. Met een deskundige van het Tribuut worden één voor één de punten doorgenomen, waarvan de potentiële bezwaarmaker vindt dat deze niet juist zijn. Deze werkwijze leidt tot een behoorlijke vermindering van het aantal bezwaren. Het Tribuut doet dus haar best, maar het echte antwoord ligt in andere wetgeving.
Het College erkent dat structurele uitgaven niet met incidentele middelen mogen worden gedekt, maar het Tribuut doet dat wel; met name op ICT-gebied. Daardoor is het opstartbudget nu volledig besteed. Dat doet het Tribuut om te voorkomen dat de deelnemende gemeenten worden geconfronteerd met een tekort. Dit betekent dat er nu een kleine ophoging moet worden verwacht.
Het College legt uit dat wordt gewerkt conform het baten- en lastenstelsel. Dat betekent dat lasten, die op 2020 betrekking hebben, conform wet- en regelgeving ook in 2020 moeten worden geboekt. De jaarrekeningen van de gemeenschappelijke regelingen komen echter later dan de jaarrekening van de gemeente. Daarom kunnen deze bedragen feitelijk pas in 2021 worden geboekt.
De ChristenUnie leest in voorliggende stukken dat er taken overgaan van de ODA naar de gemeenten. De vraag is of dit betekent dat ook de benodigde middelen naar de gemeenten overgaan.
Het College stelt dat er in het kader van de Omgevingswet taken van de Provincie overgaan naar de gemeenten; daarin kan de ODA mogelijk een rol gaan spelen. Hierover vindt overleg plaats. Dit is wellicht een goed onderwerp om met de directeur van de ODA te bespreken, wanneer zij de raad of het Forum bezoekt.
D66 brengt een punt van orde in. De fractie stelt voor om de vragen met betrekking tot de portefeuille van de burgemeester door te schuiven naar de raadsvergadering van maandagavond.
Het College stelt voor om de openstaande vragen vóór de raadsvergadering schriftelijk te beantwoorden.
De voorzitter gaat over tot het inventariseren van de vragen, die nog niet aan de orde zijn geweest.
De ChristenUnie refereert aan de nieuwe wetgeving ten aanzien van differentiatie bij de vrijwillige brandweer. Spreker is benieuwd hoe dit zich binnen de regio gaat ontwikkelen.
BewustZW wijst op landelijke berichtgeving, dat brandweerkorpsen steeds minder ondersteuning krijgen van vrijwilligers. Dit betekent dat steeds meer beroep moet worden gedaan op beroepsbrandweer. Dat kan grote gevolgen hebben. De fractie hoort graag de reactie van de portefeuillehouder op deze ontwikkeling.
De voorzitter geeft aan, dat de genoteerde vragen zullen worden doorgestuurd naar de burgemeester, zodat zij deze maandagavond mondeling kan beantwoorden. Een schriftelijke reactie kan achterwege blijven.
De griffier meldt dat gisteren in het Presidium is besloten dat een aantal vragen aanstaande dinsdagavond tijdens een besloten digitale raadsvergadering zal worden behandeld.
De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun deelname en sluit de vergadering om 20.06 uur.
Advies
Voldoende besproken. Verder debat in de raad
Behandeld in Raad 31 mei 2021 Naar boven
Verslag van de vergadering
Zie de bijlage.
Besluit
Aangenomen
Zonder hoofdelijke stemming
Geen amendementen ingediend