Intrekken van de Referendumverordening voor de gemeente Zutphen 2005
- Onderwerp
- Intrekken van de Referendumverordening voor de gemeente Zutphen 2005
- Programma
- 01. Bestuur
- Forum
- Oordeelsvormend
- Portefeuillehouder
- J.A. Gerritsen
- Inlichtingen bij
- Fractie ChristenUnie
- Soort bevoegdheid
- Kaderstellend
- Beleidsvrijheid
- Ruim
- Programmabegrotingswijziging
- Nee
Fractie ChristenUnie stelt voor :
de “Referendumverordening voor de gemeente Zutphen 2005” in te trekken.
Inhoud
Inleiding/aanleiding
Sinds december 2005 is de Referendumverordening voor de gemeente Zutphen 2005 van kracht. De ChristenUnie was en is om principiële en praktische redenen tegen het referendum als bestuurlijk instrument. De eerste ervaringen met de toepassing van de verordening waren van dien aard, dat nu wordt voorgesteld de referendumverordening in te trekken.
Beoogd effect
De mogelijkheden tot het houden van een raadgevend en een correctief referendum op te heffen.
Argumenten
1. Het referendum staat op gespannen voet met de vertegenwoordigende democratie
Het functioneren van de democratie in ons land is gebaseerd op het staatsrechtelijke principe van volkvertegenwoordiging. Gekozen burgers in de diverse volksvertegenwoordigingen nemen, namens de kiezers, besluiten die bindend zijn voor de samenleving. Een referendum, zijnde een soort enquête onder kiezers over een bepaald onderwerp, staat met dit principe op gespannen voet.
Ten eerste kan een referendum gezien worden als een zekere ontkenning, of in elk geval een ongewenste relativering van de bevoegdheid van de gekozen volksvertegenwoordiging om zelfstandig besluiten te nemen. De raad kan en mag juist zelfstandig besluiten nemen omdat hij verkozen is.
Ten tweede vindt er bij een referendum geen afweging plaats van het betreffende onderwerp tegen andere zaken die aan de orde zijn, terwijl deze integrale afweging nu juist een essentieel onderdeel is van de politieke besluitvorming in het volksvertegenwoordigende orgaan.
Ten derde is de problematiek doorgaans te gecompliceerd om deze in een referendumvraag genuanceerd aan de orde te kunnen stellen. Dit maakt het instrument ongeschikt voor beslissingen over integrale vraagstukken.
Ten vierde, mede als gevolg van een en ander, brengt een referendum de volksvertegenwoordigers in lastige en vrijwel onoplosbare dilemma’s: wat moet namelijk zwaarder wegen, de opvatting van de meerderheid van de raad of die van de meerderheid van referendumstemmers?
Een referendum zou hoogstens verdedigbaar kunnen zijn als uiterste middel in zeer fundamentele kwesties, waarbij de opvattingen door de partijen heen lopen en waarin de reguliere volksvertegenwoordiging zich wil verzekeren van bekendheid met de opvatting van de meerderheid van de bevolking, alvorens een beslissing te nemen (raadgevend referendum).
2. Het instrument referendum wekt verwachtingen over zeggenschap bij burgers die niet kunnen worden waargemaakt
Ook bezien vanuit de bevolking is een referendum geen goed instrument. Het suggereert dat de bevolking zeggenschap heeft, terwijl staatsrechtelijk alleen het vertegenwoordigende orgaan bevoegd is om het besluit te nemen. Een ‘bindend’ referendum, waarbij het bestuursorgaan op voorhand de uitslag van het referendum volgt, is – zoals bij het eerste argument opgemerkt – in strijd met de Grondwet. Een referendumverordening wekt dan ook een onterechte verwachting bij de bevolking en is daardoor ongewenst. De opgedane ervaringen bij het project IJsselsprong zijn wat dat betreft illustratief. De bevolking bleef gedesillusioneerd achter en het draagvlak voor de politiek lijkt eerder verzwakt dan versterkt.
3. Voor minder complexe vraagstukken zijn voldoende andere middelen om de bevolking te raadplegen
Op zichzelf is het toe te juichen dat volksvertegenwoordigers voor hun oordeelsvorming de mening van burgers willen weten. Daarvoor bestaan er diverse middelen, zoals een internetpool of een burgerpanel. Ook kunnen fracties bezoeken afleggen, speekuren houden en op andere manieren de bevolking raadplegen.
4. De eerste ervaring met de toepassing van de Referendumverordening was teleurstellend
In de vijf jaar dat de Referendumverordening bestaat is deze twee keer toegepast, namelijk voor het besluit van 18 mei 2009 inzake de IJsselsprong. De eerste keer voor een raadgevend referendum, de tweede keer voor een correctief referendum. In deze procedure waren de nadelen van het referendum, en wel in het bijzonder de bij argument 2 genoemde, nadrukkelijk aan de orde. Dat de raad een en andermaal zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid moest nemen tegen de wens van referendumaanvragers in, illustreert de ongeschiktheid van het referendum als bestuurlijk instrument.
Uitvoering / Communicatie / Vervolgtraject
Het besluit tot intrekking van de verordening moet openbaar worden bekend gemaakt. Pas daarna is het van kracht.
Bijlagen
Ontwerp
Besluit
De raad van de gemeente zutphen,
gelezen het voorstel van Fractie ChristenUnie van 19 januari 2010 met nummer 4171
het besluit tot intrekking van de verordening moet openbaar worden bekend gemaakt. Pas daarna is het van kracht;
b e s l u i t :
de “Referendumverordening voor de gemeente Zutphen 2005” in te trekken.
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente zutphen,
gehouden op:
de voorzitter, de griffier,
Behandeld in Forum van 9 februari 2015 Naar boven
Toelichting griffie
Op 19 januari 2010 heeft de fractie van de ChristenUnie een Initiatiefraadsvoorstel ingediend tot intrekking van de referendumverordening. Het voorstel is toen aangehouden in afwachting van de evaluatie van de referendumverordening door het college. Het is de bevoegdheid van de raad niet alleen om verordeningen vast te stellen maar ook om deze in te trekken. In hetzelfde Forum wordt gesproken over de Evaluatie referendumverordening. Het college stelt de raad voor om de verordening niet in te trekken maar te wijzigen.
Raadsadviseur: G Pletzers
Aanwezig namens | Naam |
---|---|
Burgerbelang | E. van Beek - van Heerde |
SP | E.C.L. Verhoog |
D66 | W.M. Voorham |
PvdA | F.J.M. Heitling |
GroenLinks | C. Oosterhoff |
Stadspartij | C.R.L. van Toor |
VVD | B. van der Veen |
CDA | G.H. Brunsveld |
ChristenUnie | A. Oldenkamp |
BewustZW | A.W. Jansen |
- Portefeuillehouder(s)
- J.A. Gerritsen
- Ondersteuners
- M. Brinker
- Pers
- nee
- Publiek
- 5 personen
- Insprekers
- nee
Verslag van de vergadering
Dit stuk is tegelijk met het voorstel "Evaluatie referendumverordening" besproken, zie dat verslag voor het besprokene.
Advies
Voldoende besproken. Verder debat in de raad
Behandeld in Raad 9 maart 2015 (21:30 - 23:00) Naar boven
Verslag van de vergadering
Zie de bijlage.
Besluit
Aangehouden
Geen amendementen ingediend
Behandeld in Raad 23 maart 2015 (21:30 - 23:00) Naar boven
Verslag van de vergadering
Zie de bijlage.
Besluit
Aangehouden
Het voorstel wordt pas weer geagendeerd wanneer meer duidelijkheid is ontstaan over de landelijke ontwikkelingen op dit gebied.
Geen amendementen ingediend
Behandeld in Raad 15 juni 2015 (21:30 - 23:00) Naar boven
Verslag van de vergadering
Zie de bijlage.
Besluit
Aangehouden
Geen amendementen ingediend
Behandeld in Raad 21 september 2015 (21:30 - 23:00) Naar boven
Verslag van de vergadering
Zie de bijlage.
Besluit
Verworpen
Het voorstel is verworpen met 11 stemmen voor en 15 stemmen tegen uitgebracht.
Geen amendementen ingediend
Gerelateerde links
Via onderstaande links kunt u meer informatie vinden over dit onderwerp.