Pagina delen

Forumverslag 07-07-2014

Verklaring van geen bedenkingen veld 14 plangebied Noorderhaven (07-07-2014)

Datum 07-07-2014 Tijd 19:00 - 19:30
Zaal
Commissiekamer
Behandeling
Oordeelsvormend
Openbaarheid
Openbaar
Voorzitter
H.W. Hissink
Griffier
C. Scheffer
Genodigden
Aanwezig namens Naam
Burgerbelang
SPF. van Vliet
D66W.M. Voorham
PvdAM.M.M. Moester
GroenLinksP. Reeuwijk
StadspartijJ. Boersbroek
VVDW.P. van Stockum
CDAG.H. Brunsveld
ChristenUnieA. Oldenkamp
De Lokale PartijA. Verwoort

Verslag van de vergadering

De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen, in het bijzonder de mensen op de tribune en het college, de ambtelijke ondersteuning en de griffier, van harte welkom en geeft als eerste het woord aan de forumleden om vragen te stellen; 

GroenLinks; aanpassing van appartementen naar woningen is begrijpelijk, echter is er minder openbaar groen, wel meer tuinen. Hoe wordt het groen wat gaat wegvallen gecompenseerd?
Het college; er is veel aandacht voor groen. Bij vaststelling van het totale plan van Noorderhaven is er extra groen bijgekomen door een nieuw groter waterplein en het park aan de oostkant. De tuinen zijn inderdaad geen openbaar groen. Door de toevoeging in het gehele Noorderhaven verhaal en de grotere tuinen is men van mening dat er voldoende groen in zit.

ChristenUnie; grotere tuinen, wat is de omvang? Je zit bij kleine tuinen als snel met verstening.
Het college; zie ook pagina 16/17 bijlage Noorderhaven, afbeelding velden 13 en 14. Er zitten natuurlijk kleinere tuinen bij maar veelal zijn het grotere tuinen (meer dan 10 m²) .

CDA; minder woningen, heeft dit gevolgen voor de exploitatie? Verder sluit het CDA zich aan bij GroenLinks over het minder openbaar groen.
Het college; deze wijziging heeft voor de gemeente geen gevolgen. 

ChristenUnie; de vragen zijn inmiddels gesteld. 

SP; minder sociaal huurwoningen.
Het college; door deze wijziging van het plan wordt het niet meer en ook niet minder.

De Lokale Partij; de toren, wat is de invulling?
Het college; de toren zit in een ander veld, hier zal op een later moment op teruggekomen worden.

VVD; de vragen zijn inmiddels gesteld. 

PvdA; de PvdA is tevreden over het plan. De PvdA vraagt zich af of iemand het eindbeeld in de gaten houdt? Zijn er over een jaar of 10 wel de goede woningen gebouwd?
Het college; het eindbeeld wordt getoetst door het  kwaliteitsteam, bestaande uit; afvaardiging van welstandscommissie, directeur museum, stedenbouwkundige en architecten. Daarnaast is er een landschapsplan, het bestemmingsplan (type, max./min. hoeveelheid woningen)en het wordt per blok  stedenbouwkundig uitgewerkt.

D66; de vragen zijn inmiddels gesteld.

De voorzitter dankt een ieder voor hun aanwezigheid en wenst iedereen verder een prettige avond toe.

 

Advies

Voldoende besproken. Vermoedelijk hamerstuk in de raad

Rekenkamerrapport Het Plein "Stellen, tellen en vertellen" (07-07-2014)

Datum 07-07-2014 Tijd 19:00 - 20:00
Zaal
Raadzaal
Behandeling
Oordeelsvormend
Openbaarheid
Openbaar
Voorzitter
G.I. Timmer
Griffier
E.P. Langenbach
Genodigden
Aanwezig namens Naam
BurgerbelangA.W. Jansen
SPE.C.L. Verhoog
D66C.A. Lammers
PvdA
GroenLinksG.V.C. Boldewijn
StadspartijG.J.H. Pelgrim
VVDA. van Dijk
CDAK.M. Warmoltz
ChristenUnieA. van Dijken
De Lokale PartijA.IJ. Pepers

Verslag van de vergadering

De voorzitter heet eenieder welkom, opent de vergadering en licht het onderwerp kort toe.

Voor ligt het rapport van de Rekenkamercommissie ‘Stellen, tellen en vertellen’.

Het woord is aan de heer De Jong, voorzitter van de Rekenkamercommissie, voor een toelichting aan de hand van de bijgevoegde presentatie.

De voorzitter geeft de fracties de gelegenheid om vragen te stellen.

De SP vraagt of er een planning beschikbaar is voor het opstellen van de nota Verbonden partijen en of er al verbetermaatregelen zijn ingevoerd. Daarnaast vraagt zij of het te repareren is dat de beleidsmatige expertise naar Het Plein is gegaan.

De ChristenUnie vraagt wat het college belemmerd heeft in het opstellen van een nota Verbonden partijen. Tevens vraagt zij hoe de meerwaarde vastgesteld kan worden zonder het uitvoeren van een nulmeting.

Het CDA complimenteert de Rekenkamercommissie om het heldere rapport. Zij constateert dat er een belangrijke taak ligt voor college en raad en wijst op het belang van een nulmeting

Groen Links geeft aan dat er voor het opstellen van de nota Verbonden partijen niet noodzakelijkerwijs een consultatie ronde hoeft te komen met de raad.

De Stadspartij vraagt zich af hoe de opdrachtgeversrol ingevuld gaat worden en hoe de benodigde expertise weer opgebouwd wordt.

Burgerbelang haalt aan dat er vier jaar geleden een business plan is goedgekeurd. Zijn die uitgangspunten ook betrokken in onderhavig rapport van de Rekenkamercommissie?

De VVD wijst er op dat de huidige ontwikkelingen, de transities en nieuwe wetten, tijd  en aandacht vragen voor de ontwikkeling van de organisatie. Daar moet in geïnvesteerd worden.

D66 uit haar zorgen over het gegeven dat de expertise niet meer bij de gemeente ligt.

De Lokale Partij vraagt zich af waarom het rapport van de Rekenkamercommissie nodig was, hadden de conclusies niet zelfstandig getrokken kunnen worden? Daarnaast stelt zij dat het huidige proces vraagt om een raad die de vinger aan de pols houdt.

De voorzitter geeft het woord aan de heer Houtsma, secretaris van de Rekenkamercommissie, voor de beantwoording van een aantal vragen.

Bij de start van de samenwerking in Het Plein is veel geïnvesteerd in het komen tot een goede samenwerking in het business plan. De wijze waarop de efficiency en verbetering van de dienstverlening zijn beschreven biedt onvoldoende referentiekader, er is een concretere formulering van de doelstellingen nodig.

De ChristenUnie vraagt in hoeverre er nu een nulmeting mogelijk is.

De heer Houtsma stelt dat het nu een andere tijd is. Ten tijde van de oprichting lag de prioriteit bij de bezuinigingsopdracht. Het is nu mogelijk om de huidige situatie te bekijken, de cijfers zijn er. De transitie loopt nu en de raad is bediend met stukken om de nulmeting breder te kunnen trekken.

De VVD geeft aan dat er een invulling moet komen van het begrip meerwaarde. Hierin moet een keuze gemaakt worden, omdat de zaken nu slecht te meten zijn.

De heer Houtsma vervolgt dat het business plan het startpunt is geweest voor het zoeken naar de uitgangspunten. De Wet gemeenschappelijke regelingen geeft ook een aantal uitgangspunten.

Belangrijke aanbeveling is om de samenwerking te vertalen in een toetsingsarrangement voor de maatschappelijke effecten.

Daarnaast is het van belang dat de raad ook betrokken is bij de ontwikkelingen en bijeenkomsten bijwoont.

De Lokale Partij vraagt of er handvatten gegeven worden voor de raadsleden.

De heer Houtsma antwoordt dat er in 2015 een nieuwe start gemaakt wordt. Dit is het moment om goed na te denken over de vraag waar de raad op wil gaan letten. Het kost tijd om daar goed over na te denken.

De voorzitter geeft het woord aan het college voor de verdere beantwoording van de vragen.

Het college geeft aan dat veel vragen behoren bij de discussie over de nota Verbonden partijen. De invulling hiervan zal integraal opgepakt moeten worden om te komen tot een zo goed mogelijke invulling van de opdrachtgeversrol. In dat verband wordt ter overweging meegegeven om de datum 1 november 2014 minder hard te laten zijn.

De nota Verbonden partijen wordt in het tweede deel van het najaar 2014 opgesteld. Er zijn veel ontwikkelingen en er moet met veel partners gesproken worden.

De SP vraagt of er een procesplanning is.

Het college biedt aan dat de planning verspreid zal worden.

In vervolg op de beantwoording van de vragen wordt gesteld dat er wat betreft de informatie voorziening al veel in gang is gezet wat niet in het rapport staat. Er zijn grote stappen gezet. Prioriteit bij de oprichting was echter het op poten zetten van Het Plein.

De positionering van de beleidsexpertise komt terug op de agenda.

De vraag waarom er nog geen nota Verbonden partijen is wordt beantwoord met de wedervraag waarom er niet eerder naar gevraagd is. Er zijn veel nieuwe ontwikkelingen waar de aandacht naar uit is gegaan.

Het college geeft aan dat het wat haar betreft wenselijk is om de opzet van de nota Verbonden partijen in de raad te bespreken. Het definiëren van de betrokkenheid van de raad en samen de rollen invullen heeft meerwaarde boven de snelheid.

De VVD stelt dat de eerste stap is om de verschillende partners in beeld te krijgen.

Burgerbelang vraagt om de raad mee te nemen in het proces.

Het college geeft aan dat het opstellen van een nota niet het probleem is. Het gaat om de scherpte van de discussie. De verdeling van de beleidscapaciteit zal dan ook aan de orde komen.

Het rapport van de Rekenkamercommissie is tot stand gekomen, omdat de raad het gevoel had geen grip te hebben op de gang van zaken. De raadswerkgroep kwam tot de conclusie dat de belangrijke vragen die in het rapport beantwoord worden gesteld moesten worden. Dat is de context waarin het rapport tot stand is gekomen.

De VVD vult aan dat de raad vast zat in de details rondom Het Plein. Dit onderzoek gaf meer zicht op de situatie en de rol van de raad. Er is teveel in detail gekeken naar Het Plein.

Het college duidt dat de context van de behoefte aan het onderzoek van belang is. Het gaat over de rolverdeling tussen college en raad, minder over de interne procedures van Het Plein.

De ChristenUnie vraagt wat de raad heeft belemmerd om aan te sluiten bij de nota Verbonden partijen van de gemeente Lochem.

De VVD beantwoordt dat de kerntakendiscussie toen het onderwerp was en er geen oog was voor die nota.

De Lokale Partij vraagt of het mogelijk is het vervolgonderzoek (punt drie van het besluit) naar voren te halen.

Het college beantwoordt dat de raad aan de Rekenkamercommissie om een onderzoek vraagt. Gelet op de huidige ontwikkelingen is het houden van eenzelfde onderzoek binnen  twee jaar wellicht wat snel. Er komen ook met regelmaat tussenrapportages naar de raad.

De voorzitter concludeert dat dit stuk rijp is voor besluitvorming in de raad en sluit de vergadering.

Advies

Voldoende besproken. Verder debat in de raad

Presentatie voortgang Stads- en regiocontracten (07-07-2014)

Datum 07-07-2014 Tijd 19:00 - 20:00
Zaal
Shrewsburykamer
Behandeling
Presentatie
Openbaarheid
Openbaar
Voorzitter
G.M.M. Ritzerveld
Griffier
J.A. Neefjes
Genodigden
Aanwezig namens Naam
Burgerbelang
SPE. Müller
D66H. Brouwer
PvdAF.J.M. Heitling
GroenLinksL. Luesink
StadspartijJ.G.A La Rose
VVDB. van der Veen
CDAG.M.M. Ritzerveld
ChristenUnieJ.J. Veenstra
De Lokale PartijR.C.M. Sueters

Verslag van de vergadering

De voorzitter opent de vergadering en geeft een korte samenvatting van de inhoud. Er wordt eerst een presentatie gegeven door mevrouw Groters en daarna is er de gelegenheid tot het stellen informatieve vragen. De voorzitter geeft het woord aan het college voor een inleidend woord.

Het college vindt het plezierig om het onderwerp stads- en regiocontracten samen te bespreken. We zitten nu halverwege de contractperiode. Als gemeente zijn we in de gelukkige omstandigheid om al vanaf 2000 deel te mogen nemen aan deze vorm van cofinanciering. Regelmatig vinden er voortgangsgesprekken plaats met  de gedeputeerd. Het gaat bij dit soort financiering om vertrouwen krijgen en nemen.

De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Groters voor het geven van de presentatie. Mevrouw Groters geeft aan welke contracten en programma’s er zijn en hoeveel geld hier in omgaat. Daarna volgt een korte omschrijving van de vele projecten die momenteel lopen. De presentatie is in te raadplegen via de website van de raad.

De voorzitter geeft de fracties de gelegenheid tot het stellen van informatieve vragen.

VVD bedankt mevrouw Groters voor het geven van de presentatie. Het is goed om te zien welke projecten en welke resultaten er worden behaalt. VVD geeft aan dat er altijd een motief bestaat om een project te starten en vraagt zich daarom af of ook bekend is welke bereik en impact deze projecten hebben.

De Lokale Partij vraagt of de presentatie ook digitaal beschikbaar komt. Ook vraagt De Lokale Partij zich af of de provincie de mogelijkheid heeft het programma aan te passen. Kan het college ook kort aangeven wat er binnen het project Basseroord gaat gebeuren.

PvdA vraagt het college wat er niet gebeurd als we het zonder deze cofinanciering zouden moeten doen. Hoe zit het binnen deze contracten met de partnerschap, maatwerk en ruimte om te schuiven.

D66 geeft aan dat de provincie vrij strikt is voor wat betreft het behalen van resultaten. Wat is de consequentie als de doelen niet worden gehaald?

De voorzitter geeft het college de gelegenheid de vragen te beantwoorden.

Het college geeft aan dat bij de start in overzichten wordt getoond welke beoogde maatschappelijke effecten projecten hebben. Hierbij wordt verbinding gezocht met het college- en raadsbeleid. Er wordt geprobeerd de resultaten zo goed mogelijk te meten.  De provincie kijkt zeer nauwkeurig mee. Het college verwijst naar de vorige contractperiode waarbij vooral de Waterkwartierprojecten zeer succesvol zijn geweest.

Het college geeft aan dat de provincie het programma niet kan aanpassen. Provincie is alleen cofinancierder. Wel is het zo dat als wij niet binnen de termijnen onze doelen halen de provincie kan besluiten hun deel niet uit te betalen. Dit zal natuurlijk niet zomaar gebeuren daar gaat heel wat overleg aan vooraf. Broederenklooster zou wel zo’n project kunnen worden, maar dit is afhankelijk van wat de raad aan het einde van dit jaar besluit.

De vraag over Basseroord betreft een inhoudelijke vraag. Het college geeft aan dat hier al eerder is geprobeerd in de omgeving te investeren samen met de winkels en de eigenaren van de panden maar dit is niet gelukt. Door nu in de openbare ruimte te investeren hoopt het college op een impuls vanuit het winkels en eigenaren.

Interruptie van De Lokale Partij die vraagt of de provincie opnieuw bereidt zal zijn te investeren als er nieuwe plannen komen.

Het college geeft aan dat het al zeer veel moeite heeft gekost om geld beschikbaar te krijgen voor dit alternatief en verwacht geen nieuwe investering van de provincie.

De voorzitter geeft de fracties de gelegenheid tot het stellen van nieuwe of aanvullende vragen.

VVD vindt het goed te weten dat de maatschappelijke effecten de aandacht hebben maar heeft niet helemaal scherp wanneer er over de doelen gerapporteerd wordt.

College wil niet in de verleiding komen om hier te diep op in te gaan. Wel komt er een eindverslag aan het einde van de contractperiode. Hierin zal binnen het redelijk haalbare worden aangegeven of en welke effecten zijn bereikt.

Het college komt nog even terug op de vraag van de PvdA. Als we dit geld niet zouden krijgen van de provincie en van derden dan zal zeker meer dan de helft van deze projecten niet worden uitgevoerd. Er zullen dan andere keuzes gemaakt worden.

De ChristenUnie heeft op de site van de gemeente en de raad gezocht naar de contracten maar kon ze niet vinden.

Mevrouw Groters geeft aan dat deze contracten wel ter inzage hebben gelegen maar begrijpt ook dat dit in de periode van het voorgaande college was. Mevrouw Groters zal zorgen dat deze contracten digitaal beschikbaar komen.

Het CDA valt het op dat er nog al wat diversiteit in de soort projecten zit. Zit hier een gedachte achter?

Het college geeft aan dat elke vier jaar de provincie verschillende intenties heeft dit kan variëren in projecten in de harde als de zachte sector. Het is een bewuste keuze van het college om hier een mengeling in de hebben.

De Lokale Partij vraagt of de sociale projecten voor verdringing op de arbeidsmarkt kunnen zorgen.

Het college geeft aan dat dit aspect meespeelt.

PvdA vraagt welke projecten we samen met de Stedendriehoek doen.

Mevrouw Groters loopt de projecten nog een keer langs.

D66 geeft aan vrij recentelijk bij het buurthuis in het Berkelpark te zijn geweest. Bewoners gaven aan dat het buurthuis maar door een beperkte groep wordt gebruikt. Wat voor instrumenten heeft het college om hier wat aan te doen?

Het college geeft aan dat dit een eenzijdig beeld betreft. Het buurthuis is voor iedereen.

Het college geeft aan dat Zutphen binnen deze regiocontracten kan schuiven met budgetten en hiermee een bepaalde flexibiliteit kan inbouwen. Dit is vrij bijzonder in Gelderland. Hierdoor kan er bij sommige projecten waar veel cofinanciering is, geld worden vrijgemaakt voor projecten waar dit niet het geval is.

Met deze laatste woorden van het college acht de voorzitter het onderwerp voldoende besproken en sluit de vergadering.

Advies

Stuk komt (nu) niet voor besluitvorming in de raad

Bestuursrapportage 2014-2 (07-07-2014)

Datum 07-07-2014 Tijd 19:30 - 20:00
Zaal
Commissiekamer
Behandeling
Informerend
Openbaarheid
Openbaar
Voorzitter
H.W. Hissink
Griffier
C. Scheffer
Genodigden
Aanwezig namens Naam
Burgerbelang
SPF. van Vliet
D66W.M. Voorham
PvdAJ. Bloem
GroenLinksC. Oosterhoff
StadspartijD. Bogerd
VVDW.P. van Stockum
CDAG.H. Brunsveld
ChristenUnieA. Oldenkamp
De Lokale PartijA. Verwoort

Verslag van de vergadering

De voorzitter heet iedereen, in het bijzonder de mensen op de tribune en namens het college wethouder O.W. Bosch, de ambtelijke ondersteuning en de griffier, van harte welkom bij dit informerend forum.

De bestuursrapportages geven inzicht in de voortgang van de uitvoering van voorgenomen beleid in het lopende jaar en eventuele (financiële) afwijkingen die daarbij optreden. Ook wordt een financiële en beleidsmatige prognose gegeven naar tot het einde van het jaar. De raad stelt de bestuurs-rapportage niet vast, maar neemt kennis van de stand van zaken en kan daarover reageren richting het college. De nu voorliggende rapportage heeft betrekking op de periode januari tot en met april 2014. Nieuw bij deze bestuursrapportage is de samenvatting waar via het “stoplichtmodel” in één oogopslag de stand van zaken te zien is met daarbij per programma de belangrijkste afwijkingen. Er is bij deze bestuurrapportage geen sprake van een bijbehorende begrotingswijziging.

De voorzitter geeft als eerste het woord aan de fractieleden om vragen aan het college te stellen;
Stadspartij; de bestuursrapportage is prettig leesbaar en hierbij de complimenten aan de vorige wethouder en ambtenaren en dank voor hun inzet.Er staat nogal wat op oranje en rood en deels is dit te begrijpen. Vragen; de kunstgrasvelden m.b.t. het onderhoud zijn niet begroot, is dit vergeten? In de begroting zat een wethouder minder en nog zijn het er 4? Er zit dus een gat. Project De Teuge; hoe groot is de aansprakelijkheid van de gemeente? 10.000 Euro bezuiniging op vakliteratuur wordt niet gehaald waarom niet en wat is het totale budget? Onrechtmatigheidanalyse accountant 2013 8 ton, blz. 20, zijn niet gemeld wat wordt hiermee gedaan?

GroenLinks; sluit zich aan bij de complimenten over de leesbaarheid. Er zitten weinig verrassingen in en dat is goed. Net als de Stadspartij viel inderdaad het beheer en onderhoud bij de sportvelden en de Hanzehal op, zijn die vergeten? Verzekering gestolen goederen zijn onderverzekerd? Wat is het beleid?

CDA; het stoplicht scan is prima. Het Plein veel rood en geel en een beetje groen, men proeft niet de urgentie uit de tekst.

ChristenUnie; de bestuursrapportage is buitengewoon goed leesbaar. Vraag; de ODA daar moet extra geld bij, hoe gaan we daar grip op krijgen? Voorspelling is dat dit ook de komende jaren extra geld gaat kosten, wat wordt de sturing daar op?

SP; alle vragen zijn inmiddels gesteld.

De Lokale Partij; alle vragen zijn inmiddels gesteld.

VVD; dank voor het toesturen van de bestuursrapportage 2014-2. De structuur; we zijn gewend aan dit stoplichtmodel, de onderwerpen zijn niet gekwantificeerd, je wordt getrickerd naar de rode kleur, maar het is ook goed om te zien waar je tevreden over kunt zijn en de VVD legt dan ook het verzoek neer voor meer inzicht. Begroting taken bij het Plein, programma 12 (Welzijn & Gezondheidszorg) en programma 13 (Sociale Zaken), de VVD pleit ervoor om in de nieuwe begroting programma 12 en programma 13 meer bij elkaar te laten komen. Als je naar de kleur kijkt dan zitten daar de grootste risico’s. Neemt u dit idee mee in de opzet van de begroting?

PvdA; de PvdA sluit zich aan bij de VVD. Kwantifitieve aanduiding hier is voor wat betreft de PvdA behoefte aan, waar stevenen op af in 2014? De bedragen dit beschikbaar zijn gekomen uit de mei circulaire (o.a. Wmo) wordt dit teruggestort in de reserve? De extra dividend uitkering van Alliander is dit vrij besteedbaar?

D66; D66 sluit zich aan bij de opmerkingen over de leesbaarheid. Een groot deel is geen verrassing, want dat weten we al. De vraag van D66 sluit aan bij de vraag van ChristenUnie t.w. financiën en risico’s zijn rood, waar zit het hem nu precies in? Graag een toelichting van het college en de acties die worden genomen.

De voorzitter geeft het woord aan het college om de gestelde vragen te beantwoorden;
Het college; u zult begrijpen dat de wethouder nu nog niet op alles direct een antwoord weet. De financiële risico’s volgen in de bestuursrapportage 2014-3 en m.b.t. de rode vakjes, de kwantificering, volgt in november. Het college hoopt dat het forum hier genoegen mee neemt.
De ChristenUnie snapt dat op dit moment, maar kan men dan geïnformeerd worden in een tussentijdse memo?
VVD; we hebben gezocht naar de bestuursrapportage 2014-1 m.b.t. het Plein, de VVD zou graag een toezegging willen, op basis van de bestuursrapportage 2014-2 m.b.t. het Plein, een memo te krijgen?
Het college; dat is een goede suggestie over Het Plein. De grote onzekerheid zit in de BUIG gelden. De groei van het uitkeringenbestand is hoger dan verwacht en dit gaat gepaard met kostenstijgingen. Verder overweegt het ministerie een neerwaartse bijstelling qua budget. Het is nog onzeker wanneer hier meer duidelijkheid over komt. Daarom is het niet helemaal zeker of we dit dan op tijd in beeld krijgen.

Het college; m.b.t. de kunstgrasvelden is er geen rekening gehouden met onderhoud.
GroenLinks; dit geldt ook voor de Hanzehof en de IJsselbrug.

Het college; 5 wethouders voor 80% is samen 4 fte. Er wordt nog gekeken hoe de extra fte gedekt gaat worden.

Het college; De Teuge, hier komen we via een memo op terug.

Het college; vakliteratuur, hier is fors op bespaard. De laatste € 10.000 is niet haalbaar. Dit wordt door een andere bezuiniging ingevuld.
Stadspartij; wat is de totale besteding? Graag meenemen in de beantwoording.
Het college; verwachte besteding in 2014 is € 59.000,- (tot op heden € 33.000,- uitgegeven). In 2011 was de totale besteding aan vakliteratuur nog € 119.000,-.

Het college; onrechtmatigheidanalyse accountant. Dit heeft geen betrekking op de bestuurs-rapportage, maar op de jaarrekening 2013. In 2013 is er door de accountant een onrechtmatigheid van ruim 8 ton op de inkopen gesignaleerd. Dit heeft verder geen financiële gevolgen voor de gemeente. Het gaat om fouten bij de aanbestedingen van inkopen.

Het college; onderverzekering, hier komen we via een memo op terug. Komende week zitten we met de ambtelijke organisatie bij elkaar om hier naar te kijken.
GroenLinks is blij dat hier aandacht voor is.

Het college; we zijn nu relatief veel geld kwijt aan de ODA omdat de uitvoeringsdienst bij externe partners is onder gebracht. De bedrijfsvoeringstaken zullen bij 1 gemeente uitbesteedt worden en Zutphen heeft hier ook een voorstel voor gedaan. Dit is 1 van de maatregelen om de kosten te drukken.

Het college; als iets groen is liggen we goed op schema, zij het naar boven of naar beneden.
VVD; er kan toch ook iets positiefs gemeld worden in de bestuursrapportage, er kan toch iets gezegd worden over het financiële verloop?
Het college zegt toe dat dit bij de bestuursrapportage 2014-3 vermeldt zal worden.

Het college; met de Wmo gaat het goed en zal over 2014 een voordeel gaan opleveren. Er zijn extra middelen gekomen voor de transities. De uitkering van Alliander en de BNG is vrij besteedbaar.

ChristenUnie; over de Teuge is een memo rondgestuurd en daar zit een risico in. ChristenUnie maakt zich zorgen dat Vitens het naar de gemeente schuift. De gemeente Zutphen onthoudt zich van rechtsstappen richting Vitens, kan hier iets over gezegd worden?
Het college; in het technisch blok volgt een mededeling n.a.v. de memo.

Het CDA wil de samenvoeging van programma 12 en programma 13 graag ondersteunen.
Het college zegt toe hier naar te zullen kijken. De gelden van de transities kunnen in ieder geval in 1 overzicht gezet worden, zoals dat nu al voor de middelen die naar Het Plein gaan gebeurd.

Het college zegt toe dat de vragen die niet beantwoord zijn via memo beantwoord zullen worden.

De voorzitter concludeert dat de behandeling zo voldoende is geweest en sluit de vergadering.

Advies

Stuk komt (nu) niet voor besluitvorming in de raad

Presentatie Vestigen asielzoekerscentrum in voormalige rechercheschool (07-07-2014)

Datum 07-07-2014 Tijd 20:00 - 22:00
Zaal
Burgerzaal
Behandeling
Presentatie
Openbaarheid
Openbaar
Voorzitter
M.W. Wesselink
Griffier
G.A.J. Winters
Notulist
More Support
Genodigden
Aanwezig namens Naam
BurgerbelangA.W. Jansen
SPE.C.L. Verhoog
D66H. Brouwer
PvdAM.M.M. Moester
GroenLinksL. Luesink
StadspartijJ. Boersbroek
VVDW.P. van Stockum
CDAG.M.M. Ritzerveld
ChristenUnieJ.J. Veenstra
De Lokale PartijE. van Beek - van Heerde

Verslag van de vergadering

Tevens zijn aanwezig:

  • De heer Peters, locatiemanager COA Winterswijk
  • Mevrouw J. Helder, projectleiding COA
  • De heer J.W. Anholts, communicatieadviseur COA

1. Opening

De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur en heet alle aanwezigen van harte welkom. Ze legt uit dat de bijeenkomst van heden is bedoeld om de Raad zo goed mogelijk te informeren over de rol van de Raad c.q. de gemeente Zutphen inzake het besluit van het COA om in de voormalige Rechercheschool ongeveer 850 asielzoekers onder te brengen. Ze realiseert zich dat bij de aanwezigen in het publiek vele vragen zullen leven, maar de bijeenkomst van vanavond is hiervoor niet bedoeld. Hiertoe waren de informatiebijeenkomsten bedoeld die reeds hebben plaatsgevonden en de geplande informatiebijeenkomst op 11 september a.s.
Het college bekijkt nog of voor de zomervakantie een extra bijeenkomst wordt belegd. De belanghebbenden zullen wat dit betreft op de hoogte worden gehouden. Ze verwijst hierbij met name naar de gemeentelijke website.

De voorzitter meldt een tiental inspreekverzoeken. Iedere inspreker krijgt de gebruikelijke vier minuten inspreektijd, hoewel bij een dergelijk aantal eigenlijk standaard de spreektijd wordt ingekort. Gezien de bestaande zorg is besloten de nodige tijd aan de aangemelde insprekers te bieden.

2. Introductie

Wethouder Gründemann geeft aan dat hij tijdens de Collegevergadering eerder vandaag reeds heeft benadrukt dat hij niet bijster gelukkig is met de wijze van communicatie vanuit de gemeente. Zijns inziens heeft de gemeente primair een informatieverplichting naar haar bur-gers en had derhalve reeds in april een voorinformatiebijeenkomst moeten plaatsvinden. Aan de andere kant, konden in een eerder stadium nog niet alle vragen worden beantwoord. Door het uitblijven van vroegtijdige informatieverstrekking is echter een geruchtenstroom ontstaan, die tot onzekerheden leidt en onbedoeld de spanningen verhoogt.
Tijdens de eerste informatieavond bleek gebrek aan stoelen en microfoons. Hiervoor heeft de burgemeester reeds verontschuldigingen uitgesproken. De wethouder verontschuldigt zich eveneens bij de omwonenden en de aanwezigen op de publieke tribune.

Op 11 september zal een vervolgbijeenkomst plaatsvinden. Voorts is het mogelijk om het AZC in Winterswijk te bezoeken om een beeld te krijgen van de organisatie binnen een AZC.
In het verleden was in Zutphen klein AZC gevestigd. De aanwezigheid hiervan heeft toenter-tijd tot weinig problemen geleid. De plannen zoals deze nu zijn, leiden er toe dat Zutphen 850 nieuwe inwoners krijgt, hetgeen een uitdaging zal zijn voor de Zutphense maatschappij. Het College onderschrijft de maatschappelijke noodzaak om de opvang van asielzoekers te regelen en is blij met de vele signalen uit de samenleving om hierbij te helpen. D66 heeft tij-dens het eerdere debat het belang van buddy’s omschreven. Het bestuur van de moskee is bereid hierin te helpen. Ook voormalig vluchtelingen, die woonachtig zijn in Zutphen, hebben hun bereidheid uitgesproken. Voorts zijn vanuit de Kerk en het Gilde dergelijke signalen ont-vangen. Het in goede banen leiden van dit proces beschouwt de wethouder als een belangrijk onderdeel van zijn taak in de komende tijd.

3. Inspreekreacties

3.a De heer P. (Pieter) Schakel
3.b De heer M. (Marcel) Willemsen (aanwonende)
3.c  Mevrouw A. (Annette) van der Burgh
3.d Mevrouw Lodewijks (aanwonende)
3.e Mevrouw N. (Nicolette) te Kiefte (aanwonende)
3.f Mevrouw K. (Karin) Geerdink - Holmans (aanwonende)
3.g Mevrouw Aalderink (aanwonende)
3.h De heer Sotthewes (aanwonende)
3.i De heer D. (Desmond) Hulsteijn
3.j Mevrouw M.J. (Marie-José) Hofmans

3.a  - De heer P. (Pieter) Schakel:

Inspreker stelt dat het democratisch gehalte van het bestuur van Zutphen  een dieptepunt heeft bereikt. De wijze van communicatie rond de vestiging van een AZC beschouwt hij als paternalistisch, respectloos en niet van deze tijd. De ‘verdeel en heers’ benadering van het College en het COA past niet bij een maatschappij met ontwikkelde inwoners. Over dit voor-nemen om de wijk op deze schaal te belasten, is – uit oogpunt van de democratie - écht overleg wenselijk. Met de gekozen handelwijze wordt een grote stap terug gezet ten opzichte van democratische principes.
Vestiging van 855 asielzoekers in de voormalige Rechercheschool betekent dat per persoon vijf vierkante meter ter beschikking wordt gegeven. Een dergelijke vestiging voor een periode van vijftien jaar in een wijk waarin 800 mensen wonen, acht inspreker onbegrijpelijk en niet uit te leggen aan de burgers.
Tijdens de informatieavond heeft inspreker gevraagd of de burgemeester een nieuwbouwwijk voor 855 burgers zou willen realiseren. Deze vraag is ontkennend beantwoord en de burge-meester heeft toegezegd dat hij àlle belanghebbenden, zijnde alle burgers, tijdig zou infor-meren over àlle mogelijkheden om in beroep te gaan tegen het voornemen tot vestiging van een grootschalig AZC. Inspreker wil de burgemeester aan diens toezegging houden.
Inspreker heeft tijdens de informatiebijeenkomst aan wethouder Withagen gevraagd wat de gemeente kan en wil doen om de burgers het recht van beïnvloeding van hun eigen leefom-geving te geven. De wethouder heeft gesteld dat de gemeente alle mogelijkheden heeft om de belasting voor de wijk te minimaliseren. Hierbij noemde de wethouder een aantal voor-beelden, zoals eisen met betrekking tot de daginvulling voor de asielzoekers, zodat de om-geving niet extra wordt belast. Met het bieden van daginvulling zou de belasting voor de wijk worden geminimaliseerd. De wethouder zou een plan opstellen en dit aan de bewoners voorleggen. Inspreker informeert naar dit plan en informeert naar de mogelijkheden van in-spraak en betrokkenheid voor belanghebbenden.
Mevrouw Helder heeft tijdens de eerdere bijeenkomst aangegeven dat zij met de wijk in overleg zou treden. Een feit is echter dat de werkzaamheden vorige week woensdag reeds door het COA zijn gestart, terwijl de burgers hierover niet zijn geïnformeerd. Van een ‘goede buur’ had een andere wijze van optreden mogen worden verwacht. Afgevraagd mag worden wat de toezeggingen van mevrouw Helder waard zijn als niet eens de moeite wordt genomen om tijdig een vervolgstap aan te geven. Als de gemeente hiervan op de hoogte was, treft ook de gemeente een verwijt. Als de gemeente niet op de hoogte was, kunnen vraagtekens wor-den geplaatst bij de kwaliteit van de communicatie. De bewoners ervaren dit handelen als onbegrijpelijk en respectloos. Spreker roept het College, de Raad en het COA op om een gedegen en modern communicatieplan op te stellen en de burgers op adequate wijze te be-trekken in overleg. Daarbij wordt méér verwacht dat een forumbijeenkomst zoals heden.

De voorzitter wijst nogmaals op de geplande informatiebijeenkomst op 11 september. Ook kunnen belanghebbenden zich tot de gemeente wenden met vragen. Ambtelijk zal worden geprobeerd om de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.

3.b - De heer M. (Marcel) Willemsen (aanwonende Voorste Allee):

Inspreker benadrukt dat hij zich zes jaar geleden aan de Voorste Allee heeft gevestigd. De WOZ-waarde van zijn woning bedraagt bijna zes ton. De mogelijkheid van permanente ves-tiging van een AZC recht tegenover zijn voordeur zal zonder twijfel tot een grote waardedaling van zijn woning leiden, ongeacht de beweringen van het COA dat dit niet het geval zal zijn.
Opvallend acht inspreker dat de gemeente Zutphen voor zaken van minder impact, zoals het oproepen tot gebed of het aanleggen van een parkje, vele inspraakbijeenkomsten organiseert. Het voornemen van het COA om 850 vluchtelingen in een kazerne in een rustige woonwijk te ‘proppen’ wordt daarentegen via de krant medegedeeld. Het COA stelt dat vestiging van een dergelijk aantal vluchtelingen noodzakelijk is omdat het alleen op basis van een dergelijk aantal commercieel verantwoord is. Inspreker vindt dit vreemd klinken uit monde van het COA, aangezien het COA niet bepaald bekend staat als een organisatie die zuinig met middelen omgaat.
Het uitgangspunt van kostenefficiency past bovendien niet bij het bieden van een mens-waardig bestaan aan een groep getraumatiseerde mensen. Wellicht sluit vestiging van een dergelijk aantal mensen op deze wijze aan op een streven naar kostenefficiency, maar dit sluit in ieder geval niet aan op doelstellingen van menselijkheid.
Inspreker roept de Raad op om het vertrouwen van de betrokken burgers niet te beschamen, alsnog op de juiste wijze in overleg te treden en er voor te zorgen dat het aantal te plaatsen asielzoekers tot een acceptabel aantal wordt teruggebracht. Inspreker acht vestiging van driehonderd asielzoekers acceptabel, ervan uitgaande dat de duur van vestiging beperkt blijft tot maximaal vijf jaar. Voorts dienen voor alle betrokken partijen alle voorzieningen te worden bewerkstelligd die noodzakelijk zijn voor een goede leefbaarheid.

De VVD vraagt de voorzitter om de forumleden de gelegenheid te bieden om vragen te stel-len aan de insprekers.
De voorzitter stemt hiermee in.
De VVD vraagt de heer Schakel (inspreker 3.a) of het inspreker om inzage in een communi-catieplan gaat, dan wel betrokkenheid bij de communicatie opdat de vluchtelingen op goede wijze worden opgevangen en zij zodanig kunnen integreren in de wijk dat geen overlast plaatsvindt. Hij vraagt of inspreker mee zou willen werken aan het opzetten en uitvoeren van een dergelijk communicatieplan, zodat hier op goede wijze uitvoering aan kan worden gege-ven en daarmee een werkbare situatie ontstaat.
De heer Schakel geeft aan dat aan communicatie een plan vooraf dient te gaan. De burger dient inzage te hebben in het communicatieplan zodat hij/zij op een dergelijk plan  kan in-spelen. Inspreker is bereid om aan een dergelijk plan mee te werken, maar vraagt wel drin-gend om hiermee vandaag te starten.

De voorzitter vraagt bij nader inzien aan de forumleden om eventuele vragen te bewaren tot na de presentatie. Ze denkt dat anders misschien onnodig bepaalde punten worden bedis-cussieerd, die gaandeweg worden toegelicht.

3.c – Mevrouw A. (Annette) van der Burgh:

Inspreker hoorde enkele weken geleden van een reporter van de Stentor, die haar woning bezocht, dat in de voormalige Rechercheschool een AZC gevestigd zou worden. Persoonlijk is ze blij met deze oplossing voor een groep mensen die zich in een zeer nare situatie bevindt. Ze acht de Rechercheschool op zich een goede locatiekeuze, maar het aantal van bijna 900 asielzoekers was voor haar dermate irreëel dat zij dat niet kon geloven. De wijk telt immers nog geen 900 bewoners. Er kan dus niet over evenwicht worden gesproken.
Zeker omdat dit AZC een permanent karakter krijgt en de omgeving dus ook permanent wordt belast, meende inspreker te kunnen vertrouwen op de Zutphense bestuurders. Zij ver-wachtte een afgewogen argumentatie en zorgvuldige, reële overwegingen eer tot besluiten zou worden gekomen.
De informatieavond op 25 juni heeft ze als een ‘koude douche’ ervaren. Het niet ingaan op haar verzoek om een stoel voor haar zieke echtgenoot en de suggestie om naar huis te gaan als het niet vol te houden zou zijn, heeft ze als tekenend ervaren voor de sfeer en het treurige verloop van de bijeenkomst.
Nergens in Nederland is een permanent AZC van een dergelijke omvang midden in een woonwijk gevestigd. Er zijn dan ook geen ervaringsgegevens beschikbaar over de impact van een dergelijke vestiging op de omgeving. De uitspraken van het COA inzake de te verwachten problemen zijn niet op een vergelijkbare situatie getoetst. Dit leidt bij de bewoners tot grote zorgen. Inspreker ervaart het proces als illustratief voor ouderwetse achterkamer-tjespolitiek waarin geen enkele ruimte wordt geboden aan afgewogen argumentaties.
De brief van 13 juni meldt dat de gemeente instemt met vestiging van een AZM en daarmee de sociale verantwoordelijkheid neemt voor de opvang van de asielzoekers. Afgevraagd mag worden of wel over sociale verantwoordelijkheid kan worden gesproken gezien de aantallen, de tijdsduur en de gekozen aanpak.
De aanvankelijke goodwill is omgeslagen in achterdocht wat betreft de beweegredenen van de gemeente Zutphen. Spreker vraagt zich af waarom geen enkele rekening wordt gehouden met de wijk en haar bewoners en vraagt zich af of hier wellicht financiële motieven aan ten grondslag liggen. Ze heeft begrip voor argumenten van werkgelegenheid en herbestemming van de locatie, maar het aantal bewoners had ook minder kunnen zijn zonder de argumenten teniet te doen.
Inspreker wil geïnformeerd worden over alle geldstromen naar de gemeente Zutphen in relatie tot de vestiging van asielzoekers.
Inspreker benadrukt belang te hechten aan een duurzame oplossing waarbij het belang van alle partijen wordt gerespecteerd. Wanneer het aantal asielzoekers fors wordt verminderd, past dit beter bij de draagkracht van de wijk zal de kans op succes aanmerkelijk worden ver-groot.

De voorzitter geeft aan dat tijdens de presentatie ook zal worden ingegaan op de rol van de gemeente.

3.d - Mevrouw Lodewijks (aanwonende):

Inspreker heeft zich na de informatieavond op 25 juni afgevraagd door wie Zutphen wordt bestuurd. In ieder geval is de indruk gewekt dat het COA een ‘zeer grote vinger in de pap’ heeft en kan beslissen dat er een asielzoekerscentrum van deze omvang wordt gevestigd.  De vraag is ook of dit misschien nog maar het begin is. Het terrein is misschien wel groot genoeg voor vestiging van tweeduizend asielzoekers. Met de huidige sociaal-maatschappelijke bestemming, is dat wellicht ook mogelijk. Ze vraagt de raad om wat het aantal asielzoe-kers betreft een standpunt in te nemen.
Inspreker vraagt welke mogelijkheden voor de gemeente en voor de inwoners open staan om de plannen van het COA in te dammen. Zij heeft deze vraag naar transparantie schriftelijk op 28 juni bij de griffier ingediend.
De indruk bestaat dat er sprake is van een gesloten en defensief gemeentebestuur dat geen stelling durft te nemen. Ze vraagt of deze indruk juist is, dan wel het nieuwe College genegen is tot verandering.
Inspreker vraagt of de raad zich actiever kan opstellen ten aanzien van de kwaliteitsaspecten veiligheid, volume en vrijetijdsbesteding. Inspreker vraagt welke eisen de gemeente aan het COA stelt om de veiligheid van de 855 asielzoekers en nog geen 800 omwonenden zeker te stellen. Het aantal asielzoekers is in verhouding te veel.
Qua vrijetijdsbesteding, zal er een invulling moeten komen. Met een beetje koken en voet-ballen zijn dagen niet te vullen.
Inspreker vraagt de gemeente om de omwonenden te betrekken bij de bestuursovereen-komst voordat deze met het COA wordt ondertekend.
Inspreker vraagt de Raad nadrukkelijk om verantwoordelijkheid te nemen, zich niet te ver-schuilen achter lethargie en zich te positioneren in het belang van alle Zutphense inwoners.

3.e – Mevrouw N. (Nicolette) Te Kiefte (aanwonende):

Inspreker geeft aan dat zij zeer verrast is door het besluit van de gemeente en het COA om zonder enige inspraak van belanghebbende bewoners van Zutphen een AZC te openen. In-spreker geeft aan dat de vestiging tegenover haar woning is. De verdubbeling van het aantal inwoners van de wijk, zal enorme invloed hebben op de leefbaarheid in de wijk.
Ze vraagt welke hulp aan de nieuwe inwoners wordt geboden, waarvan immers mogelijk een deel ernstig getraumatiseerd zal zijn. De vraag is ook wie de verantwoordelijkheid heeft en zal nemen in geval er onverhoopt calamiteiten zijn. Als de gemeente 855 mensen op één locatie wil opvangen, met een ruimte van circa vijf vierkante meter per persoon, komt dit niet gastvrij over en is het bovendien ongeloofwaardig als de gemeente stelt het sociaal aspect en de leefbaarheid van de bewoners zeer belangrijk te vinden.
Direct omwonenden hebben tijdens de eerdere bijeenkomst aangegeven graag in overleg te treden met de gemeente en het COA, maar zijn nog niet benaderd voor overleg.
Tijdens de eerdere bijeenkomst heeft inspreker gevraagd naar het bedrag dat de gemeente Zutphen van het COA ontvangt bij vestiging van 855 asielzoekers. Deze vraag is onbeant-woord gebleven, hoewel een antwoord op diezelfde avond was toegezegd.
Spreker verwijst wat de gemeentelijke vergoeding betreft, naar de website van het COA en vraagt zich af welke andere geldstromen in dit kader nog van toepassing zijn.
Inspreker vraagt tot slot op welke wijze de gemeente denkt de bewoners schadeloos te stellen voor het waardeverlies van hun woning.
 
3.f – Mevrouw K. (Karin) Geerdink - Holmans (aanwonende):

Inspreker sluit zich aan bij de inbreng van voorgaande sprekers. Vanwege haar persoonlijke werkzaamheden is inspreker bekend met mensen die met enorme trauma’s te maken heb-ben. Zij ervaart het voornemen tot vestiging van 855 inwoners als hoogmoed van Zutphen en vanuit haar persoonlijke werkervaring heeft zij niet de illusie dat dit goed gaat komen gezien het grote beroep dat nu reeds op veel mensen wordt gedaan in het kader van vrijwilligerswerk en mantelzorg. Afgevraagd moet worden of de omvang van Zutphen het mogelijk maakt om voor dit grote aantal mensen zorg te dragen. Buurtzorg wordt sterk gestimuleerd en bijna afgedwongen. Toevoeging van 850 zeer ernstig getraumatiseerde mensen met een enorme cultuurschok aan een kleine wijk is niet reëel. Dit overschrijdt de draagkracht van de wijk. Hiermee wordt te veel van de omwonenden gevraagd.
Gevoelsmatig denkt ze dat deze keuze van de gemeente Zutphen financiële motieven heeft en een groot economisch belang de bepalende factor is. Spreker benadrukt nogmaals dat het hierbij gaat over een groep getraumatiseerde mensen, wellicht uit oorlogsgebieden, die hebben gezien hoe familieleden werden vermoord en die vervolgens een cultuurschok zullen ervaren. Inspreker ervaart het als schandelijk dat slechts één begeleider op zestig bewoners wordt geboden, terwijl er miljoenen beschikbaar zijn voor aanpassing van het pand. Er mag niet worden verwacht dat buurtgenoten voor de verdere opvang zorg dragen. Inspreker schetst de taken en zorg die nu reeds van haar wordt verwacht.
Ook moet worden afgevraagd waarom de Rechercheschool voor miljoenen wordt gekocht, terwijl er andere vestigingsmogelijkheden zijn op basis van huur, en vervolgens voor miljoe-nen wordt verbouwd terwijl er dus blijkbaar geen geld beschikbaar is voor goede opvang. Spreker vraagt dringend om de keuze voor verwerving en verbouwing uit te leggen.
Als de gemeente met de huidige populatie al niet over het nodige geld beschikt om ouderen en kinderen de juiste zorg te bieden, moet wel worden gerealiseerd dat met de vestiging van het AZC nog meer kinderen in Zutphen komen die nog méér zorg nodig hebben. Gerealiseerd moet worden dat passend onderwijs een gemeentelijke taak wordt. De eerstelijnszorg zal op kosten van de gemeente moeten worden geboden. Dit kan niet op het schoolbudget en betekent dat de gemeente vanwege haar zorgplicht financieel moet bijdragen.
Het pand is in handen van een projectontwikkelaar. De gemeente stelt dat zij geen zeggen-schap heeft over hetgeen hiermee gebeurt.
Inspreker benoemt een drietal alternatieve vestigingsmogelijkheden voor een meer klein-schalige vestiging van een AZC, zoals de Michelshoeve te Brummen en voormalige kazerne in Eefde. Dit betreft deels panden met een verhuuroptie.
Spreker pleit voor een gedegen communicatieplan en vraagt met overlegging van relevante documenten aan te tonen dat er sprake is van een weloverwogen beslissing.  
De bijeenkomst van 25 juni heeft bij inspreker de indruk achtergelaten dat dit zonder enige ervaring met dergelijke bijeenkomsten is georganiseerd.
Inspreker vraagt vervolgcommunicatie niet tot de website te beperken, maar ook gebruik te maken van de papieren media zodat mensen zonder computer ook geïnformeerd worden.

3.g – Mevrouw Aalderink (aanwonende):

Inspreker geeft aan dat de asielzoekers – wat haar betreft – welkom zijn en de locatiekeuze acht zij prima. Dit wordt echter het één na grootste AZC in Nederland en zal het enige AZC zijn van een dergelijke omvang dat in een woonwijk is gevestigd. Een aantal van 855 tijdelijke bewoners zal het aangaan van persoonlijke binding met de huidige wijkbewoners be-moeilijken. De gevolgen voor de wijk zijn niet te overzien en de kans op onderlinge integratie is klein. Inspreker spreekt haar zorg dan ook uit en geeft aan dat zij teleurgesteld is in de be-perkte rol van de gemeente in dit besluitvormingstraject. Ook is zij toenemend teleurgesteld in de houding die de gemeente aanneemt door bijvoorbeeld zo lang te wachten met het in-formeren van belanghebbenden, maar ook door de buurt buiten de besluitvorming te houden en de zorg van bewoners te bagatelliseren. Met een gemeentebestuur dat zich in vrijwel alles achter het COA verschuilt, voelt inspreker zich door de gemeente in de steek gelaten. De gedachte groeit dat de gemeente hierbij eigen belangen dient die zij bewust buiten de open-baarheid wil houden. Als gevolg van het proces en de benadering door de gemeente is het draagvlak sterk verminderd. Er bestaat weinig vertrouwen dat eventuele toekomstige pro-blemen serieus zullen worden genomen en adequaat zullen worden aangepakt.
Voorop blijft staan dat in Zutphen maximaal de helft van het voorgenomen aantal te vestigen asielzoekers haalbaar is. Inspreker is graag bereid om er persoonlijk aan bij te dragen dat de vestiging van de asielzoekers in Zutphen een succes gaat worden.

3.h – De heer Sotthewes (aanwonende):

Inspreker stelt dat het COA een absurde machtspositie heeft gekregen, waardoor de ge-meenten blijkbaar niets anders resteert dan instemmen. De wijk waar het AZC wordt gepland, kent reeds een probleemgebied, hoewel er momenteel gelukkig minder overlast van drugsdealers wordt ervaren. Met het gewijzigde toewijzingsbeleid en de vestiging van een AZC verwacht inspreker dat dit een sterk aanzuigende werking zal hebben op drugsdealers.
Spreker schetst de ervaringen van het inmiddels gesloten AZC in Markelo. De omgeving zag zich geconfronteerd met diefstal, lastig vallen van vrouwen, doodsbedreigingen, vernielingen, drugsdealers en mishandeling van dieren. Inspreker vraagt hoe de gemeente denkt in te kunnen spelen op dit soort problematiek, mochten deze zaken zich ook in Zutphen voordoen en vraagt – meer concreet – of er politieversterking wordt geboden.
In Aalten bestaat verzet vanuit de omgeving tegen de heropening van het AZC. Hierbij wordt gesteld dat het COA gedane beloften niet nakomt. Inspreker hoopt dat het COA beloften schriftelijk vastlegt en vraagt of de gemeente over mogelijkheden beschikt om deze beloften van het COA af te dwingen.
Eerder zijn onderzoeken gedaan naar de problemen in relatie tot AZC’s. Door het COA wor-den deze onderzoeken terzijde geschoven. Inspreker vraagt de wethouder in hoeverre hij de realiteitswaarde van deze onderzoeken is nagegaan.
De komende tijd zullen nog veel nieuwe asielzoekers in Nederland komen. Spreker noemt de aantallen van de afgelopen weken. Veel gemeenten en veel burgers zullen de komende tijd te maken krijgen met de macht van het COA en de gevolgen hiervan, waarbij gemeenten slechts machteloos kunnen toekijken. Een gezamenlijk optreden middels de VNG lijkt de beste strategie om realisatie van kleinschalige AZC’s af te dwingen. Kleinschalige opvang zal de onderlinge verstandhouding tussen de asielzoekers bevorderen en kan betrokkenen slechts ten goede komen.

3.i – De heer D. (Desmond) Hulsteijn:

Inspreker wijst op de betekenis van het woord ‘democratie’, namelijk regeren door het volk.
Het behartigen van de belangen van de burgers van Zutphen dient door het gemeentebestuur democratisch en transparant te gebeuren. Dit geldt zeker bij besluitvorming die op een hoger niveau is afgedwongen. Spreker pleit voor transparantie in investeringsbedragen en vergoedingen, maar ook ten aanzien van het terugvloeiingseffect naar de lokale economie. Er worden vele miljoenen in het project geïnvesteerd. Spreker pleit voor transparantie in de veiligheidsrisico’s en wijst op de actualiteit van de 750 terugkerende Jihadisten, waarbij een samenklontering van vluchtelingen een potentieel risico vormt.
Inspreker pleit voorts voor transparantie ten aanzien van WOZ-waarden en te innen belas-tinggelden.
De gemeente Zutphen hanteert duurzaamheid als een speerpunt. Dit omvat ook sociaal-maatschappelijke duurzaamheid en leefbaarheid. Dit alles in het kader van de participatie-maatschappij, ofwel selfmanagement-maatschappij. Burgerparticipatie kan echter alleen vorm krijgen wanneer een gemeente haar burgers serieus neemt en samen met de burgers de grenzen van de realiseerbaarheid van dit plan verkent. De omvang van het aantal nieuwe wijkbewoners kan niet afhangen van de business case c.q. de economische rentabiliteit voor het COA. Dit is een volstrekt verkeerd uitgangspunt voor een keuze die de leefbaarheid moet dienen. Een scheve verhouding tussen de huidige en nieuwe buurtbewoners is niet wenselijk en niet verstandig. Een kosten – batenanalyse is in een dergelijk project zeer lastig. Een dergelijk project, inclusief de begeleiding van de nieuwe Nederlanders kost gewoon geld. Spreker pleit voor kleinschaligheid en diversiteit van bewoners, waarbij leefbaarheid als uit-gangspunt en als norm dient en vraagt de overheid om meer geld te investeren opdat de nieuwe Nederlanders goed in de wijk kunnen integreren. Spreker hoopt dat diens inbreng se-rieus wordt meegenomen opdat een sociaal en leefbaar project tot stand komt.

3.j – Mevrouw M.J. (Marie-José) Hofmans:

Mevrouw Hofmans geeft aan dat zij op persoonlijk niveau een moeilijke tijd achter de rug heeft. Noodgedwongen moet zij haar woning verkopen, maar onder de huidige omstandigheden is dat helaas niet mogelijk. Ze hoopt dat het COA haar woning wil kopen, maar vreest dat ook de medewerkers van het COA niet tegenover een AZC willen wonen.
Spreker sluit zich wat de algemene uitspraken betreft graag aan bij de voorgaande sprekers en excuseert zich dat zij zich gedwongen voelt haar persoonlijke probleem voor het voetlicht te brengen.

4. Presentatie

De presentatie wordt verzorgd door dhr. H. Sieben

Historie

Spreker schetst de historie. Het pand waarin de rechercheschool was gevestigd, is in 2006 gekocht door een aannemer / belegger uit Twello. De intentie was om de opstallen te slopen en op deze locatie woningen te bouwen. De gemeente was echter niet bereid om hiertoe aan een wijziging van het bestemmingsplan mee te werken omdat de woningcapaci-teit in Zutphen volstaat. Herbestemming dient binnen het bestemmingsplan te worden ge-vonden. De bestaande bestemming biedt een brede schakering aan mogelijke functies, zijnde maatschappelijke doelen, medische, educatieve, sociale en zelfs religieuze doelen.
In 2010 heeft voor het eerst contact met de eigenaar en het COA plaatsgevonden. Toen is door het Ministerie gesteld dat er geen behoefte bestond aan nieuwe AZC’s omdat de vluchtelingenstroom wordt ingedamd. In december 2013 heeft opnieuw contact plaatsgevon-den, waarna in april 2014 bekend werd gemaakt dat door het COA een haalbaarheidsonder-zoek naar vestiging van een AZC in Zutphen is gestart.

Positie en rol van de gemeente Zutphen

Een strikte juridische benadering leidt tot de conclusie dat de locatie geen gemeentelijk eigendom is, maar eigendom is van Nikkels / Eilesen. De gemeente heeft wel pogingen gedaan het pand te verwerven. Noch in de eigen-domssituatie, noch in de overdracht beschikte de gemeente over rechten die geclaimd kon-den worden. De gemeente heeft hierin dus privaatrechtelijk geen positie.
Het bestemmingsplan is - conform de wettelijke plicht - in 2010 geactualiseerd en heeft de bestemming ‘maatschappelijke doeleinden’ behouden. Binnen deze bestemming ‘maat-schappelijke doeleinden’ kan ook een AZC worden gevestigd.
Voor verbouwing heeft het COA een omgevingsvergunning nodig. De realiteit is dat een ver-gunning moet worden verleend in geval aan de bepalingen van het bestemmingsplan wordt voldaan mits het welstandsadvies positief is en de procedure goed is gevolgd. Het COA heeft een plan ingediend, dat op één punt niet aansluit op het bestemmingsplan. Als dit bouwdeel wordt doorgezet, betekent dit dat een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk is. In dat geval is een zienswijzenprocedure mogelijk.

Bestuurlijk

Het College heeft de maatschappelijke noodzaak van opvang van vluchtelin-gen bestuurlijk onderschreven en de bereidheid uitgedragen hierin verantwoordelijkheid te nemen. Dit is een bestuurlijk standpunt.
De gemeenteraad is tussentijds geïnformeerd en kan het College ter verantwoording roepen over gemaakte keuzes.
Het College is bereid tot het sluiten van een bestuursovereenkomst met het COA inzake de vestiging. Deze overeenkomst is lopende een aantal discussiepunten echter nog niet afge-sloten. De input van de diverse bijeenkomsten zal worden gebruikt om te bepalen wat er in-houdelijk precies met het COA moet worden afgesproken en vastgelegd.

Formeel – informeel

In formele zin, worden afspraken vastgelegd in een bestuursover-eenkomst. Hierin worden de richtlijnen, besluiten en ministeriele beschikkingen opgenomen, waaraan het COA moet voldoen. Deels ligt dit dus vast. Aanvullend kunnen  maatregelen worden vastgelegd om in relatie tot de omgeving de vestiging van een AZC soepel te laten verlopen. De bepaling van deze maatregelen wordt gevoed door gesprekken met de omge-ving. In de bestuursovereenkomst staat ook dat een overleg met de bewoners moet worden ingesteld, waaraan ook de politie, de gemeente en het management van het AZC zullen deelnemen. In de bestuursovereenkomst zijn ook evaluatiemomenten met de gemeente worden vastgelegd. Voorts wordt in de bestuursovereenkomst het vrijwilligerswerk geregeld, alsmede de verzorging van de opvang en begeleiding in het centrum zelf, de gezondheidszorg en het onderwijs. Ook wordt een inspanningverplichting van het COA vastgelegd om binnen de gemeente en de regio van vestiging diensten af te nemen.

Communicatieoverleg

Erkend moet worden dat de communicatie niet goed is verlopen. Dit geldt niet alleen voor de eerdere bijeenkomst, maar een kritisch punt is ook de tijdigheid en met name het moment waarop met het vestigingsbesluit naar buiten is getreden. De ge-meente heeft aangegeven eerder hierover naar buiten te willen treden, maar het COA had twijfel bij de haalbaarheid van vestiging van een AZC en wilde om die reden wachten met externe communicatie. Noch de timing, noch de wijze waarop is gecommuniceerd, is – achteraf bezien - goed geweest.
Voor verdere communicatie wordt de gemeentelijke website gebruikt. De gemeente en COA proberen vlot en direct met omwonenden te communiceren. Een van de zaken die moet worden geregeld, is een goed overleg met de bewoners en het afleggen van bezoeken met omwonenden aan bestaande AZC’s om te ervaren hoe het er op een AZC aan toegaat. Voordat het AZC daadwerkelijk operationeel is, zal een overlegcommissie moeten worden ingesteld. Deze zal in het jaar voordat het AZC daadwerkelijk van start gaat, intensief met elkaar moeten overleggen. De Politie heeft een taak uit oogpunt van openbare veiligheid en participeert dan ook in dit overleg. De wijkagenten waren ook aanwezig bij het eerdere overleg.
De intentie is om het communicatieoverleg opnieuw structuur te geven en te laten aansluiten op de wensen van de wijk.

Gevolgen van vestiging

Op de locatie zelf is de beheerder, zijnde het COA, verantwoor-delijk. Het COA heeft hierin een primaire rol. De wijze van uitvoering kan van invloed zijn op de omgeving. De directe omgeving is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van COA en gemeente. Het is van belang om alert te zijn op signalen om daarmee te borgen dat een en ander zo goed mogelijk functioneert. De buurtcommissie heeft reeds een reeks van vragen gesteld over zaken als speelplaatsen en busverbindingen.

Mevrouw Geerdink - Holmans wijst op het gepresenteerde overzicht. Ze vindt het een opvallend feit dat de bewoners hierin niet worden genoemd.

Ambtelijk wordt aangegeven dat in de bestuursovereenkomst over de ‘directe omgeving’ wordt gesproken. Hierbinnen valt de verantwoordelijkheid voor de buurt vanuit gemeente en COA.

De vestiging van een AZC brengt gevolgen mee voor de directe en indirecte werkgelegen-heid. De verwachte directe werkgelegenheid is 30 tot 35 Fte en de indirecte werkgelegenheid vanuit toeleverende diensten is 120 Fte.
De positieve betrokkenheid van bewoners blijkt uit de aanmelding van vrijwilligers.
Het onderwijs aan leerplichtige kinderen dient door de gemeente te worden geregeld. De bekostiging daarvan komt voor rekening van het COA. De wijze van uitvoering is nog in overleg. Denkbaar is dat een van de Zutphense scholen dit op zich neemt. Hierover moeten nog gesprekken plaatsvinden. Het is ook mogelijk dat het COA op de locatie zelf een onderwijsvoorziening realiseert.
De 850 asielzoekers worden ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. Er is een pilot gestart met een centrale inschrijving in Ter Apel. De verwachting is vooralsnog niet dat de capaciteit volledig benut zal worden, hoewel dit natuurlijk met de aanzwellende stroom asielzoekers geen zekerheid biedt.
Het is niet zo dat alle ‘uitgestroomde’ asielzoekers uiteindelijk in Zutphen komen te wonen. De uitstroom wordt over de vijf regio’s in Nederland verdeeld. Iedere regio heeft een taakstelling ten aanzien van de asielzoekers dat het AZC mag verlaten.
Het Plein krijgt geen verzwaring van de huidige taak, maar behoudt de bestaande taak ten aanzien van asielzoekers die zich metterdaad in Zutphen gaan vestigen.
Wat de mogelijke taakverzwaring van de lokale Politie betreft, zal de Burgemeester contact moeten leggen met de Minister van Veiligheid en Justitie. Dit punt in de bestuursovereenkomst zal samen met het COA nader invulling moeten krijgen.
Wat de financiën betreft, is er een uitvoeringsregeling. De bijdrage die de gemeente bij vestiging van een AZC met 855 asielzoekers krijgt, bedraagt € 241.313,=. Echter, met de inschrijving in de GBA ontvangt de gemeente een extra uitkering uit het gemeentefonds omdat de hoogte van deze uitkering is gebaseerd op het aantal inwoners. Dit bedrag wordt echter in mindering gebracht op de bijdrage door het COA. Voorts wordt de uitkering vanuit het gemeentefonds opgehoogd vanwege het aantal wooneenheden binnen de gemeente. Dit bedraagt jaarlijks € 45.000,=. Voorts wordt ten behoeve van werkgroepen een gering bedrag van € 454,= toegekend.
Het uitgangspunt van het COA is, dat de gemeente met vestiging van asielzoekers niet beter, noch slechter wordt.

Vervolgstappen

Er zijn diverse suggesties gedaan over de wijze van aanpak. Datgene dat in de presentatie is geschetst, heeft in ieder geval geen absoluut karakter en de inbreng wordt graag ter harte genomen. In elk geval moeten de ingekomen vragen nog worden beantwoord. De vragen vanuit de buurtcommissie, maar ook de vragen die tijdens de informatieavond zijn gesteld, zullen zo snel mogelijk via de gemeentelijke website worden beantwoord. Zorgvuldigheid in de beantwoording prevaleert echter boven snelheid.
Het overleg met de Bewonerscommissie Voorste Allee wordt eveneens zo snel mogelijk gestart. Hiertoe is de datum 28 juli vastgelegd. Dit overleg wordt mogelijk gekoppeld met een bezoek aan een bestaand AZC.
De bestuursovereenkomst wordt nader uitgewerkt, met gebruikmaking van de input van de bijeenkomsten over dit onderwerp.
In het vervolgtraject ligt de aanvraag van de omgevingsvergunning, voorbereiding van de vervolgbijeenkomst op 11 september en start van de verbouwing. In reactie op de melding dat de verbouwing al gestart is, neemt spreker aan dat dit niet vergunningsplichtige werkzaamheden betreft, aangezien nog geen omgevingsvergunning is afgegeven.
COA bereidt de komst van de asielzoekers voor. Ingebruikname wordt niet eerder dan over een jaar verwacht.

5. Reactie Forum

De voorzitter biedt het forum gelegenheid tot het stellen van vragen.

De Stadspartij dankt de vele insprekers. Evenals de vele insprekers bevestigt de fractie het grote belang dat mensen vanuit een oorlogsgebied een veilig nieuw thuis vinden. Zutphen is gastvrij en is bereid hierin een rol op zich te nemen. De fractie deelt de gevoelens ten aanzien van de grote aantallen asielzoekers, de gevoelens van onveiligheid en de wijze van communicatie vanuit de gemeente. De vraag is met name hoe het College en het COA de dialoog met de omwonenden gaan verbeteren. Communicatie is altijd nog iets anders dan het aangaan van een dialoog. De fractie ziet graag ruim voor 11 september een voorstel van het college hoe deze dialoog tot stand wordt gebracht.

De SP verwijst naar het voornemen tot overleg met de Bewonerscommissie Voorste Allee. Spreker vraagt zich af of hiermee alle belanghebbende bewoners zijn vertegenwoordigd. Dit dient te worden nagegaan. De SP denkt in dit kader eerder aan een Klankbordgroep die op evenwichtige wijze de volledige wijk vertegenwoordigt. De fractie vraagt zich af waarom de communicatie zo slecht is verlopen.
De fractie vraagt verduidelijking bij de uitspraak dat het aantal asielzoekers reeds vast staat.

D66 vraagt naar de reden van het COA om voor Zutphen te kiezen en informeert naar de rol van de gemeenteraad hierin. In formele zin heeft de gemeente geen beslissingsbevoegdheid in dezen. Spreker gaat er van uit dat de gemeente wel invloed heeft gehad tijdens overleg met het COA en vraagt of de gemeente contact heeft gehad met het COA over het soort vestiging, het aantal asielzoekers of de planning. Als dat het geval is, is de vervolgvraag of de gemeenteraad hierbij niet betrokken had moeten worden.

Burgerbelang heeft de beide communicatiebijeenkomsten bezocht. De fractie stelt vast dat deze avonden – en daarmee het College - een dikke onvoldoende van de bewoners krijgen. Geconcludeerd kan ook worden dat de communicatie alleen kan verbeteren. Vestiging van 850 asielzoekers is in verhouding tot de wijk buiten proportie. In die verhoudingen is het lastig om een inschatting te maken van veiligheid versus onveiligheid en van kansen versus bedreigingen. De gemeente heeft een zorgplicht voor de eigen inwoners, maar er is ook een zorgplicht opgelegd die ruimer is. Vanuit het streven naar een open maatschappij vindt deze zorgplicht draagvlak, zij het dat het niet wenselijk lijkt om van meet af aan van deze grote aantallen asielzoekers uit te gaan. Wellicht past dit wel op termijn.
Aan het COA en het College kan de opdracht worden gegeven om beter te communiceren opdat de inwoners en met name de gemeenteraad – als toezichthoudend orgaan op het College – het proces zodanig kunnen inrichten dat het mogelijk is om samen tot een betere samenleving te komen. Het College dient bij het COA helder te krijgen hoe het stappenplan er voor de komende jaren uitziet en hoe hieraan kan worden vastgehouden. Voorkomen moet worden dat van dit stappenplan wordt afgeweken.

De PvdA dankt de insprekers en dankt voor de presentatie. De besluitvorming van het COA is er op gericht om de asielzoekers een menswaardig bestaan te bieden. Blijkbaar zijn misverstanden ontstaan en is bij de bewoners de gedachte ontstaan dat de gemeente en de omwonenden inspraak in deze besluitvorming hebben. De realiteit is dat er geen inspraak mogelijk is, noch qua locatie, noch qua aantal. Spreker vraagt het College deze stelling te bevestigen. Ook wil de PvdA weten waarom de bewoners zo laat zijn geïnformeerd en waarom het COA voor deze locatie heeft gekozen.
De PvdA is geschrokken van de wijze van organisatie van de bijeenkomst op 25 juni en is blij met de verontschuldigingen door het College, wat dit betreft.
Spreker vraagt voorts hoe de gemeente de bewoners beter in het hele proces kan betrekken. Met het achterblijven van de communicatie wordt schade berokkend aan het proces.

Het CDA dankt de insprekers. Gezien de ruim twintigjarige ervaring van het COA had mogen worden verwacht dat de communicatie beter georganiseerd zou worden. De fractie is verbaasd over de slechte communicatie.
Spreker vraagt in hoeverre de gemeente enige zeggenschap heeft over de omvang van het AZC. Vestiging van 850 asielzoekers vindt ook het CDA een hoog aantal. Als hiervoor uitsluitend een bedrijfseconomisch argument geldt, is het de vraag of dit volstaat om een AZC van deze omvang te realiseren.
De fractie heeft begrepen dat buiten kantoortijden bij behoefte aan medische zorg wordt teruggevallen op een centrale. Op een dergelijke populatie acht het CDA dit zorgwekkend en ook wanneer sprake van ‘slechts’ 400 asielzoekers zou zijn, lijkt dit zorgwekkend. De fractie vraagt hoe de medische zorg buiten kantoortijden wordt geregeld.

De VVD dankt voor de presentatie en voor de grote belangstelling van omwonenden. Het is een terecht verzoek van inwoners om de vestiging van asielzoekers goed te regelen. Persoonlijk ervaart hij het als wat vreemd dat enkele fracties op dit moment reeds een standpunt verwoorden. Belangrijker is het om na te denken over het ‘hoe’. De vragen inzake volume, veiligheid en vrijetijdsbesteding zijn zeker relevant. Aan asielzoekers moet méér worden geboden dan een bed en voeding. Er zal ook tijdsbesteding en een toekomstperspectief moeten worden geboden. Dit perspectief vraagt onderwijs, gezondheidszorg, tijdsbesteding en jezelf nuttig kunnen voelen. Deze onderdelen zouden een plaats moeten krijgen in de bestuursovereenkomst.
De VVD vraagt wanneer de bestuursovereenkomst met de gemeenteraad kan worden besproken. De fractie hecht aan de mogelijkheid om hier eventueel zaken aan toe te kunnen voegen.

De ChristenUnie informeert naar de inrichting van een werkgroep en het bestaan van een concreet tijdsplan. Zeker gezien het feit dat binnen een jaar de eerste bewoners worden verwacht, lijkt een tijdsplan van belang.

De Lokale Partij is teleurgesteld over de slechte communicatie. Hiermee is een verkeerde start gemaakt. De gestelde vragen moeten worden beantwoord. De vraag is hoe de antwoorden van de gemeente worden gecommuniceerd.
De fractie wijst op de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor orde en veiligheid in de omgeving van het AZC. Hierin dient de gemeente een eigen communicatieproces te volgen.
Wat betreft de bestuursovereenkomst zijn de meeste vragen inmiddels beantwoord. Spreker informeert naar het vervolgproces en de wijze waarop de Raad hierin verder wordt betrokken.

De voorzitter legt uit dat de vragen van het Forum in principe aan het College worden voorgelegd. Het College kan echter de vertegenwoordigers namens het COA vragen om bepaalde vragen te beantwoorden.

Beantwoording door College en het COA

Wethouder Gründemann verzoekt om een korte schorsing t.b.v. voorbereiding  van de beantwoording.

De vergadering wordt geschorst.
De vergadering wordt hervat.

Wethouder Gründemann geeft aan dat een communicatieplan zal worden opgesteld en er zal een dialoog met omwonenden in een klankbordgroep worden aangegaan. Voorst wordt gedacht aan het uitbrengen een maandelijkse nieuwsbrief voor omwonenden.
Het College onderkent dat de Voorste Allee Commissie niet representatief is voor de hele wijk. Ook de flats en de omgeving hiervan dient in de communicatie te worden betrokken.
Het aantal van 855 asielzoekers is inderdaad een vaststaand gegeven.
Wat betreft de rol van de gemeenteraad, dient helder te zijn dat deze verantwoordelijk aan het College is gedelegeerd.

GroenLinks vraagt hoe hard het gegeven van het aantal bewoners is.

Ambtelijk wordt nogmaals bevestigd dat het aantal bewoners vaststaat. Dit aantal is gerelateerd aan de capaciteitsnormen en vestiging van dit aantal is ook goed mogelijk binnen het complex. De gemeente moet hieraan toetsen. Er zal nog een bouwvergunning moeten worden afgegeven. Hierbij hoort een toets op het gebruik van de gebouwen. Het aantal van 855 asielzoekers is van meet af aan door COA gecommuniceerd als zijnde het aantal personen dat binnen de Wet- en regelgeving in de voormalige Rechercheschool kan worden ondergebracht. Dit is dan ook het uitgangspunt.
(Een aantal bezoekers verlaat geagiteerd de vergaderruimte)

Mevrouw Helder geeft aan dat de gezondheidszorg voor de asielzoekers is geregeld in een gezondheidsorganisatie. Het COA beschikt zelf niet over huisartsen en / of verpleegkundigen. Deze zorg is uitbesteed aan huisartsen en verpleegkundigen in de omgeving van het AZC. Twee maal per dag wordt er spreekuur gehouden op het AZC. Buiten de spreekuurtijden bestaat er telefonische bereikbaarheid en ook is een spoeddienst bereikbaar. In combinatie met de zorgafspraken dienen altijd tolken beschikbaar te zijn. Hiervoor is een speciale telefoondienst ingesteld die de huisarts ondersteunen. De Inspectie Gezondheidszorg ziet toe op een goede uitvoering van de gezondheidsorganisatie. Spreker is van mening dat deze zorg binnen de AZC’s goed is geregeld.

De ChristenUnie geeft aan dat iedere huisarts ongeveer 1.600 patiënten heeft. Spreker informeert naar de capaciteit om zoveel nieuwe patiënten bij de huisartsen onder te brengen.

Mevrouw Helder legt uit dat er huisartsen worden ingehuurd die op het AZC werkzaam zijn. Het is dus niet de bedoeling dat de bewoners van het AZC huisartsenpraktijken in Zutphen bezoeken.

Wethouder Gründemann legt uit dat noch het COA, noch de gemeente enige invloed kan hebben op de vestiging van asielzoekers. De vluchtelingenstroom wordt immers bepaald door factoren in het buitenland.
Het beoordelen van de bestuursovereenkomst is gemandateerd aan het College.

De VVD geeft aan dat deze bevoegdheid weliswaar door de Raad aan het College is gemandateerd. Echter, bij politiek gevoelige zaken is het verstandig om het oor toch te luisteren te leggen bij de Raad. Deze zorgvuldigheid past bij het zoeken naar draagvlak binnen de gehele gemeente. De VVD hecht aan deze raadsbetrokkenheid voordat de bestuursovereenkomst wordt ondertekend en wijst nogmaals op de relevante aspecten. Zo nodig, zal de VVD een motie indienen om de raadsbetrokkenheid zeker te stellen.

Ambtelijk wordt aangegeven dat de Raad het College altijd ter verantwoording kan roepen voor het gevoerde bestuur. De bijeenkomsten zullen input leveren op basis waarvan de bestuursovereenkomst kan worden aangescherpt. Het resultaat kan worden gepresenteerd aan het forum en de raad. Dit lijkt de logische bestuurlijke weg.

Burgerbelang is van mening dat routines niet altijd gevolgd hoeven te worden. Hij sluit zich aan bij de wens van de VVD om de gemeenteraad nadrukkelijk te betrekken en mee te nemen in het proces vòòrdat de bestuursovereenkomst namens de gemeenteraad wordt gesloten.  

Wethouder Gründemann geeft aan dat bij veiligheidsproblemen gebruikelijk is om contact met de Politie op te nemen. Dit geldt ook voor het COA. De politie zal ook betrokken zijn in het omwonendenoverleg.

De Stadspartij wijst er op dat bij vestiging van een AZC gebruikelijk is om uitbreiding van de politiecapaciteit te krijgen ten behoeve van de veiligheid van de bewoners van het AZC en van de huidige bewoners van Zutphen. De fractie gaat er van uit dat hierover reeds is gesproken en vraagt dan ook concrete nadere informatie op dit specifieke punt.

Ambtelijk wordt uitgelegd dat het regelen van de veiligheid deel uitmaakt van de bestuursovereenkomst. De regioburgemeester dient een verzoek in bij de Minister van Veiligheid en Justitie om de lokale politiecapaciteit af te stemmen op de vestiging van een AZC. Tegelijkertijd ligt de verantwoordelijkheid voor de veiligheid bij de lokale portefeuillehouder veiligheid. Deze verantwoordelijkheid moet ‘handen en voeten krijgen’ met extra politieinzet. Op dit punt bestaat nog geen absolute duidelijkheid.

Tweede termijn
Burgerbelang wijst op de openstaande vragen vanuit de eerste termijn. Dit betreft vragen inzake het stappenplan en ten aanzien van communicatie over dit stappenplan met omwonenden en de gemeenteraad, zodat duidelijkheid ontstaat over het proces en kan worden gesproken over verbetermogelijkheden van het stappenplan. Dit kan het draagvlak ten goede komen.

Wethouder Gründemann antwoordt dat dit stappenplan zal worden opgesteld en naar de Raad wordt gecommuniceerd, in de nieuwsbrieven wordt verwerkt en naar de bewoners wordt gecommuniceerd. Hij spreekt desgevraagd de verwachting uit dat twee maanden voldoende zal zijn om een goede aanzet tot een stappenplan te maken.

D66 wijst op het formele punt dat de Raad geen invloed heeft op het aantal asielzoekers. In formele zin moet er echter nog wel een bestemmingsplan worden goedgekeurd. Het kan wel de insteek van het COA zijn om 855 personen te vestigen, maar dit aantal staat wat betreft D66 nog lang niet vast. De Raad zal immers toestemming aan het College moeten geven – middels een verklaring van geen bedenkingen – voordat kan worden ingestemd met de extra uitbreiding via een bestemmingsplanwijziging. De fractie vraagt wat de consequenties zijn in geval het aantal asielzoekers wordt verminderd.

Ambtelijk wordt bevestigd dat de maximale vestigingscapaciteit van 855 bewoners afhankelijk is van de aanpassing van een bouwdeel. Deze aanpassing vereist inderdaad een bestemmingsplanwijziging.

Mevrouw Helder bevestigt dat vermindering van de huisvestingscapaciteit tot vermindering van het aantal asielzoekers zal leiden. Het AZC zal echter nog voldoende proportioneel blijven.

De ChristenUnie vraagt of het tijdsplan, inzake de scholen en het Plein, in het communicatieplan wordt meegenomen.

Ambtelijk wordt geantwoord dat een werkgroep is samengesteld uit gemeentelijk ambtenaren en medewerkers van het COA. Deze werkgroep heeft een stappenplan opgesteld. De genoemde onderwerpen zullen de komende tijd worden uitgewerkt. Dit moet tijdig gebeuren ter voorbereiding op de komst van de asielzoekersstroom. Spreker neemt aan dat de planning en de onderliggende documentatie voor de raad ter inzage kan worden gelegd. In overleg met het COA zal een goede vorm voor de externe communicatie worden gezocht en dit zal niet beperkt blijven tot communicatie via internet.

De voorzitter geeft aan dat de stukken van de Raad een openbaar karakter hebben en dus ook voor de bewoners beschikbaar zijn.

De PvdA vraagt zich af wat voorgesteld moet worden van de samenstelling en rol van een klankbordgroep. Met name wil de fractie graag weten of ook bewoners hierin kunnen participeren.

Mevrouw Helder legt uit dat een klankbordgroep ofwel een bewonersoverleg een goed contact met de omwonenden dient. Het thema veiligheid past bij uitstek in een bewonersoverleg / klankbordgroep. Alle onderwerpen zijn bespreekbaar, al zal niet alles oplosbaar zijn.

Het CDA informeert naar de bereidheid van het COA om de beoogde capaciteit van het AZC te herzien, gehoord hebbende de inbreng.

Mevrouw Helder wijst op de gemaakte afspraken. Het is niet de wens van het COA om minder asielzoekers te kunnen opvangen, maar dit kan het gevolg zijn van Wet- of regelgeving, dan wel de beperkingen van een bestemmingsplan.
Desgevraagd gaat spreker in op de locatiekeuze. Ze geeft aan dat momenteel met vijftien gemeenten wordt gesproken. Er wordt gezocht naar grote panden die geschikt zijn voor de opvang van asielzoekers zonder dat grote, ingrijpende verbouwingen noodzakelijk zijn. De Rechercheschool is buitengewoon geschikt voor de doelgroep. Landelijk bezien, zijn er echter meer geschikte locaties.

6. Sluiting

De voorzitter wijst op de vervolgbijeenkomst in september. In september volgt voorts een stappenplan, dat ook aan de raad zal worden voorgelegd.

De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de bijeenkomst om 22.05 uur.

Advies

Vervolg van presentatie gewenst

Regionale Beleidsnota Inkoop Jeugd (07-07-2014)

Datum 07-07-2014 Tijd 20:00 - 21:00
Zaal
Commissiekamer
Behandeling
Oordeelsvormend
Openbaarheid
Openbaar
Voorzitter
A. van Dijken
Griffier
H.M.A.A. van Vliet
Genodigden
Aanwezig namens Naam
Burgerbelang
SPH.M.H. Giesen
D66G.I. Timmer
PvdAJ. Bloem
GroenLinksG.V.C. Boldewijn
StadspartijG.J.H. Pelgrim
VVDA. van Dijk
CDAK.M. Warmoltz
ChristenUnie
De Lokale PartijA.IJ. Pepers

Verslag van de vergadering

De voorzitter opent de vergadering. Omdat er in de vergadering van 23 juni te weinig tijd voor het college was om alle vragen te beantwoorden geeft hij eerst het college de gelegenheid om de beantwoording voort te zetten.

Het college gaat verder met de beantwoording van de vragen van de PvdA. Slecht presteren van andere gemeenten zal geen effect hebben op de kosten voor Zutphen, omdat iedere gemeente betaalt voor hetgeen zij afneemt. Alleen bij zware niet te voorkomen zorg is afgesproken dat de kosten tussen de gemeenten vereffend worden. Het college is optimistisch over de mogelijkheden tot preventie. Van het budget wordt 2,5%, circa 4 ton, onder de noemer van transformatie extra ingezet voor preventie. Ook in de raamovereenkomst worden afspraken gemaakt met zorgverleners en CJG over preventie.

Stimulering van innovatie is een speerpunt ook al is voor de eerste twee jaar wettelijk vastgelegd dat de lopende contracten worden gecontinueerd. De optie tot verlenging van die contracten houdt al een stimulans in. Eind 2014 ligt ongeveer 42% van het budget vast voor bestaande cliënten; dat zal vanaf 2015 tot 2017 vanzelfsprekend afnemen. Over de positie van het CJG komt na de zomer een notitie van het college.

De VVD zegt dat zij hierover binnenkort een gesprek heeft met de ambtenaren; zij zal daarvan een verslag beschikbaar stellen aan de raadsleden.

Het college zegt toe dat de raad zal worden geïnformeerd voordat contracten worden verlengd. De GGZ zal zoveel mogelijk worden ingepast in eenvoudige bouwstenen. Dit zal waarschijnlijk niet in één keer kunnen en moet zorgvuldig gebeuren.

Het CDA merkt op dat de GGZ de afgelopen jaren bezig is geweest met het opzetten van de DBC-structuur. Dit systeem bevordert hoge inschaling van de problematiek, omdat dat tot een hogere vergoeding leidt. Het werkt derhalve kostenverhogend.

Het college heeft daar oog voor, maar het is niet zomaar te keren.

De gemeente houdt zicht op de facturering door deze te leggen naast de verleningsbeschikkingen. Daarvoor is uiteraard een goed financieel systeem nodig. Dat aspect wordt nog nader bekeken, waarbij er tevens gebruik wordt gemaakt van landelijke expertise.

De PvdA vraagt wat het college precies beoogt met preventie; wat zou het college anders doen wanneer er in plaats van 4 ton een miljoen beschikbaar zou zijn? Welke ruimte is er voor nieuwe aanbieders?

D66 constateert dat de organisaties blij zijn met de opzet. De raamovereenkomst kent echter geen afname verplichting. Hierdoor blijven de aanbieders met grote onzekerheid zitten. Hoe kunnen ze dan inspelen op de toekomst? Is er nu al iets te zeggen over de voorwaarden waaronder een PGB wordt toegekend?

De Stadspartij vraagt hoe het gaat met indicatiestelling in relatie tot de afnemende budgetten in de komende jaren.

GroenLinks vraagt of het wel mogelijk is om facturen niet pas na voltooiing van een traject te betalen, maar periodiek en binnen 30 dagen, zoals beschreven op pagina 17 van de beleidsnota. Kunnen aanbieders zich ook na 10 juli nog inschrijven?

Het CDA vraagt wat het college doet met de suggesties die de fractie vorige keer gegeven heeft bij de beslispunten. Wat wordt er gedaan om onrust bij zorgaanbieders en cliënten te voorkomen?

De VVD merkt op dat het budget voor preventie nogal versnipperd lijkt te worden ingezet. Wordt er bij nieuwe cliënten voor een andere methode gekozen?

Het college antwoordt dat nog moet worden uitgewerkt hoe het preventiebudget wordt aangewend. De lijn zal zijn dat de sociale infrastructuur zodanig moet worden versterkt dat iedereen gemakkelijk kan meedoen. Verder is vroege signalering van belang. De prioriteit ligt nu meer bij het startklaar maken van de organisatie, zodat de gemeente haar taak per 1 januari 2015 kan gaan uitvoeren. Preventie kan in de loop van 2015 verder worden uitgewerkt. Aan de raad kunnen dan verschillende keuzemogelijkheden en scenario’s worden voorgelegd.

Nieuwe aanbieders kunnen ook na 1 juli inschrijven op de raamovereenkomst als zij aan de voorwaarden voldoen. Vast staat dat bestaande cliënten bij hun huidige aanbieders kunnen blijven. Met de huidige aanbieders zijn ook afspraken gemaakt over een vergoeding voor het in stand houden van hun organisatie. Omdat er geen afnameplicht is zal er onzekerheid blijven bestaan; dat is niet te voorkomen, maar het college wil er zorgvuldig mee omgaan. Er hebben zich inmiddels 66 aanbieders aangemeld voor de raamovereenkomst.

D66 vraagt of er ook elders in het land raamovereenkomsten zonder afnameverplichting worden aangegaan.

Het college bevestigt dit. Over de PGB’s zal meer bekend worden in de uitvoeringsnota. Over indicatiestelling mag eigenlijk niet meer worden gesproken: er wordt per kind of gezin een plan gemaakt. Zo nodig wordt een verleningsbeschikking verstrekt. Het gehele systeem beoogt te leiden tot bezuinigingen, maar of dat lukt moet nog blijken. Het college is daarover wel optimistisch omdat er sprake zal zijn van minder bureaucratie en bovendien van goedkopere hulp. Het college zal de raad blijven informeren over de ontwikkelingen.

Periodieke betalingen zal nader worden uitgewerkt in overleg met de zorgaanbieders. De cliënt bepaalt welke zorgaanbieder hij kiest voor de bouwstenen die hij nodig heeft. Daarom geldt er geen afnameverplichting bij het aangaan van de raamovereenkomst.

De DLP constateert dat hier dus sprake is van een vrije markt, die ertoe kan leiden dat voor zorgaanbieders de spoeling wel eens zeer dun zou kunnen worden.

Het college beaamt dit. Dat is dan ook spannend. Als het niet goed gaat zal het college ingrijpen en bijsturen.

De PvdA vraagt of de financiële positie van aanbieders wordt getoetst bij het aangaan van de raamovereenkomst. Staan zij borg voor elkaar?

Het college antwoordt bevestigend.

GroenLinks vraagt of de facturering maatwerk wordt per aanbieder.

Het college antwoordt dat weliswaar overleg wordt gepleegd met de aanbieders over de facturering, maar dat er niet voor ieder aanbieder een aparte methode wordt toegepast. De suggesties van het CDA worden betrokken bij de verdere uitwerking van de plannen, maar de fractie zal zelf in de gaten moeten houden in hoeverre ze worden opgevolgd.

Het is niet de bedoeling het budget voor preventie heel versnipperd in te zetten; de raamovereenkomst leidt al tot een nieuwe werkwijze en meer preventie. Als in de praktijk blijkt dat er bijsturing noodzakelijk is, is daartoe de gelegenheid. Daarover komt het college dan te spreken met de raad.

De voorzitter concludeert dat het voorstel rijp is voor behandeling in de raad en sluit de vergadering.

Advies

Voldoende besproken. Verder debat in de raad

Businesscase Rivier in de Stad (07-07-2014)

Datum 07-07-2014 Tijd 20:00 - 21:00
Zaal
Shrewsburykamer
Behandeling
Oordeelsvormend
Openbaarheid
Openbaar
Voorzitter
C. Oosterhoff
Griffier
D. Kastelein
Genodigden
Aanwezig namens Naam
Burgerbelang
SPF. van Vliet
D66H. Brouwer
PvdAH.W. Hissink
GroenLinksP. Reeuwijk
StadspartijD. Bogerd
VVDB. van der Veen
CDAG.H. Brunsveld
ChristenUnieA. Oldenkamp
De Lokale PartijR.C.M. Sueters

Verslag van de vergadering

De voorzitter opent de vergadering en licht het doel van de vergadering kort toe. Vervolgens krijgt de inspreker , de heer M. Mout, het woord (inspreekreactie bijgevoegd).

Het forum krijgt vervolgens de gelegenheid om vragen te stellen aan de inspreker.

De Stadspartij prijst de ingebrachte ideeën. Wel vraagt de fractie zich af hoe dit financieel te regelen is.

De inspreker antwoordt dat alle plannen worden getoetst op haalbaarheid en dat er gezocht wordt naar middelen. Zo wordt er een link gelegd met ondernemers die de plannen kunnen uitvoeren.

De PvdA vraagt of de huidige plannen ook bekeken zijn door de denktank.

De inspreker antwoord dat dit het geval is. De ideeën zijn ingepast in de bestaande infrastructuur.

De voorzitter bedankt de spreker voor zijn inbreng en geeft vervolgens het college het woord.

Het college benadrukt dat de besluitvorming voor 1 september geregeld moet zijn in verband met de subsidie van de provincie.

De voorzitter geeft nu het forum het woord om vragen over de vanavond ter behandeling voorliggende stukken te ste3llen aan het college.

De SP vindt het een goed project. En wil graag van de wethouder zien hoe lokale ondernemers bij het project betrokken kunnen worden.

De ChristenUnie  vindt het een goed plan en roemt bovendien de bijdrage van de heer  Mout. Hoe zijn deze te combineren  met de uitstraling van en met gebruikmaking van energie uit de IJssel. Men verklaard zich akkoord met het stuk.

Het CDA is positief over het plan. Dit kan een toeristische en economische boost geven. Hoe kunnen we het verhaal van de heer Mout toepassen? Daarnaast wil men weten wanneer begonnen kan worden.

Groen Links is erg positief over het plan. Ook zij zien graag dat de plannen van de heet Mout er in meegenomen k

De Stadspartij vindt het plan erg inspirerend en is blij dat de financiering nu rond is. Men wil graag weten hoe alle partijen, zoals Rijkswaterstaat en Prorail bij het project betrokken blijven.

D66 vindt het een inspirerend plan.

De PvdA is erg positief. Men roept op om de ondernemers de kans te bieden deel te nemen aan de ontwikkelingen.

DE Lokale partij vindt het een mooi plan dat een paradepaardje voor de stad moet worden. Ook zij willen graag dat zoveel mogelijk partijen bij het project betrokken worden en blijven. Men wil wel graag weten of er nu volledige dekking is voor het plan. De stukken zijn niet geheel eenduidig.

Het college krijgt het woord ter beantwoording van de vragen. Inzake de betrokkenheid  van lokale ondernemers geeft het college aan dat er geregeld contact is geweest waaronder ook met klankbordgroepen.

De SP interrumpeert en geeft aan dat de betrokkenheid van lokale ondernemers sloeg op de werkgelegenheid.

Het college geeft aan dat dat niet is doorgerekend., Dat is veel werk.

De PvdA vraagt of de lokale ondernemers kans krijgen om straks mee aan te besteden.

Het college wil hier in de aanbestedingsrichtlijnen wel aandacht aan besteden maar zegt tevens gebonden te zijn door de Aanbestedingswet.

Het college geeft aan dat er veel goede ideeën zijn en wil die maximaal benutten.

Groen Links vraagt of dat geen gevolgen heeft voor de deadline van 1 september.

Het college antwoordt dat in de herijking nieuwe ontwerpen zijn opgenomen zoals de rondweg en de aanpassing van het rivierfront. Financieel is het plan nu rond. Bij aanpassing moet naar een andere dekking worden gezocht.

Voor wat betreft de financiële dekking van het project geeft het college aan dat er nog een klein bedrag moet worden vrjjgemaakt. Deze beslissing  staat morgen op de raadsagenda.

De Stadspartij vraagt hoe men concreet ruimte wil geven aan ideeën.

Het college antwoordt dit heel concreet te doen. Zo wordt direct na de vergadering een afspraak gemaakt met de heer Mout. Ook zijn de contacten met de Hogeschool Arnhem en Rijkswaterstaat geïntensiveerd.

Omdat de IJsselvergraving het komende jaar nog niet kan plaatsvinden doordat eerste de onderdoorgang gerealiseerd moet zijn heeft men de tijd om alle plannen te bekijken.

Inzake de betrokkenheid van ondermeer Prorail en Rijkswaterstaat geeft het college aan dat er een stuurgroep is met ondermeer Prorail en het Waterschap. Met Rijkswaterstaat  worden in verband met hun planning aparte afspraken gemaakt.

Inzake de startdatum van het project merkt het college op dat de herinr4ichting van de Marspoortstraat eigenlijk het begin van het project is . Deze zal hopelijk omstreeks het begin van 2016 zijn afgerond. Een aantal externe factoren zoals de afwaardering van de Kanonsdijk bepalen mede het tempo.

De voorzitter concludeert dat het stuk rijp is voor behandeling in de als hamerstuk. Vervolgens bedankt ze de aanwezigen en sluit de vergadering.

De voorzitter opent de vergadering en licht het doel van de vergadering kort toe. Vervolgens krijgt de inspreker , de heer m. Mout, het woord (inspreekreactie bijgevoegd).

Het forum krijgt vervolgens de gelegenheid om vragen te stellen aan de inspreker.

De Stadspartij prijst de ingebrachte ideeën. Wel vraagt de fractie zich af hoe dit financieel te regelen is.

De inspreker antwoordt dat alle plannen worden getoetst op haalbaarheid en dat er gezocht wordt naar middelen. Zo wordt er een link gelegd met ondernemers die de plannen kunnen uitvoeren.

De PvdA vraagt of de huidige plannen ook bekeken zijn door de denktank.

De inspreker antwoord dat dit het geval is. De ideeën zijn ingepast in de bestaande infrastructuur.

De voorzitter bedankt de spreker voor zijn inbreng en geeft vervolgens het college het woord.

Het college benadrukt dat de besluitvorming voor 1 september geregeld moet zijn in verband met de subsidie van de provincie.

De voorzitter geeft nu het forum het woord om vragen over de vanavond ter behandeling voorliggende stukken te ste3llen aan het college.

De SP vindt het een goed project. En wil graag van de wethouder zien hoe lokale ondernemers bij het project betrokken kunnen worden.

De ChristenUnie  vindt het een goed plan en roemt bovendien de bijdrage van de heer  Mout. Hoe zijn deze te combineren  met de uitstraling van en met gebruikmaking van energie uit de IJssel. Men verklaard zich akkoord met het stuk.

Het CDA is positief over het plan. Dit kan een toeristische en economische boost geven. Hoe kunnen we het verhaal van de heer Mout toepassen? Daarnaast wil men weten wanneer begonnen kan worden.

Groen Links is erg positief over het plan. Ook zij zien graag dat de plannen van de heet Mout er in meegenomen k

De Stadspartij vindt het plan erg inspirerend en is blij dat de financiering nu rond is. Men wil graag weten hoe alle partijen, zoals Rijkswaterstaat en Prorail bij het project betrokken blijven.

D66 vindt het een inspirerend plan.

De PvdA is erg positief. Men roept op om de ondernemers de kans te bieden deel te nemen aan de ontwikkelingen.

DE Lokale partij vindt het een mooi plan dat een paradepaardje voor de stad moet worden. Ook zij willen graag dat zoveel mogelijk partijen bij het project betrokken worden en blijven. Men wil wel graag weten of er nu volledige dekking is voor het plan. De stukken zijn niet geheel eenduidig.

Het college krijgt het woord ter beantwoording van de vragen. Inzake de betrokkenheid  van lokale ondernemers geeft het college aan dat er geregeld contact is geweest waaronder ook met klankbordgroepen.

De SP interrumpeert en geeft aan dat de betrokkenheid van lokale ondernemers sloeg op de werkgelegenheid.

Het college geeft aan dat dat niet is doorgerekend., Dat is veel werk.

De PvdA vraagt of de lokale ondernemers kans krijgen om straks mee aan te besteden.

Het college wil hier in de aanbestedingsrichtlijnen wel aandacht aan besteden maar zegt tevens gebonden te zijn door de Aanbestedingswet.

Het college geeft aan dat er veel goede ideeën zijn en wil die maximaal benutten.

Groen Links vraagt of dat geen gevolgen heeft voor de deadline van 1 september.

Het college antwoordt dat in de herijking nieuwe ontwerpen zijn opgenomen zoals de rondweg en de aanpassing van het rivierfront. Financieel is het plan nu rond. Bij aanpassing moet naar een andere dekking worden gezocht.

Voor wat betreft de financiële dekking van het project geeft het college aan dat er nog een klein bedrag moet worden vrjjgemaakt. Deze beslissing  staat morgen op de raadsagenda.

De Stadspartij vraagt hoe men concreet ruimte wil geven aan ideeën.

Het college antwoordt dit heel concreet te doen. Zo wordt direct na de vergadering een afspraak gemaakt met de heer Mout. Ook zijn de contacten met de Hogeschool Arnhem en Rijkswaterstaat geïntensiveerd.

Omdat de IJsselvergraving het komende jaar nog niet kan plaatsvinden doordat eerste de onderdoorgang gerealiseerd moet zijn heeft men de tijd om alle plannen te bekijken.

Inzake de betrokkenheid van ondermeer Prorail en Rijkswaterstaat geeft het college aan dat er een stuurgroep is met ondermeer Prorail en het Waterschap. Met Rijkswaterstaat  worden in verband met hun planning aparte afspraken gemaakt.

Inzake de startdatum van het project merkt het college op dat de herinr4ichting van de Marspoortstraat eigenlijk het begin van het project is . Deze zal hopelijk omstreeks het begin van 2016 zijn afgerond. Een aantal externe factoren zoals de afwaardering van de Kanonsdijk bepalen mede het tempo.

De voorzitter concludeert dat het stuk rijp is voor behandeling in de raad als hamerstuk. Vervolgens bedankt ze de aanwezigen en sluit de vergadering.

Advies

Voldoende besproken. Verder debat in de raad

Preventie- en Handhavingsplan Alcohol Zutphen 2014-2016 (07-07-2014)

Datum 07-07-2014 Tijd 21:00 - 21:30
Zaal
Commissiekamer
Behandeling
Oordeelsvormend
Openbaarheid
Openbaar
Voorzitter
A.IJ. Pepers
Griffier
G.J.J.M. Pletzers
Genodigden
Aanwezig namens Naam
Burgerbelang
SP
D66G.I. Timmer
PvdAF.J.M. Heitling
GroenLinksP. Reeuwijk
StadspartijJ.G.A La Rose
VVDA. van Dijk
CDAA.R. Nijenhuis
ChristenUnieA. van Dijken
De Lokale PartijA. Verwoort

Verslag van de vergadering

De voorzitter heet de aanwezigen welkom en licht kort het doel van de bijeenkomst toe.
De voorzitter geeft het woord aan Anton Menkveld, voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Zutphen (zie voor de inspreekreactie de bijlage).
De heer Menkveld geeft aan dat de essentie van zijn betoog is dat de controle teveel bij de horeca wordt gelegd en te weinig bij andere partijen (zoals sportverenigingen). Hij roept de raad op het plan te verwerpen en samen met alle betrokkenen een nieuw plan te maken dat meer draagvlak kent.

D66 vraagt de inspreker waarom er gestopt is met het overleg Veiligheid.
Inspreker zegt dat er geen geld meer voor was.
Het CDA vraagt of inspreker van mening is dat de controles niet gelijk verdeeld waren.
Inspreker antwoordt bevestigend. Binnen en buiten de horeca moet op gelijke wijze gecontroleerd worden.
De PvdA informeert naar de gevolgen van het staken van het overleg Veiligheid.
Inspreker geeft aan dat jongeren op straat blijven rondhangen.

In reactie op de inspreker roept het college in herinnering dat de handhavingstaak overgekomen is van het rijk zonder budget. Door herschikking is formatie vrij gespeeld en een reeds lopend programma uit de nota Gezondheidsbeleid is aangepast op de groep 16- en 17-jarigen. Bij de uitvoering wordt veel samengewerkt met GGD, Tactus , HALT en de schoolartsen.

De voorzitter informeert of er vragen zijn.
De VVD geeft aan dat jongeren ontstemd zijn door het feit dat de horeca hen de toegang weigert.
De PvdA ziet op websites van sportverenigingen weinig aandacht voor dit onderwerp.
D66 vraagt naar de criteria voor de aanwijzing als ‘hotspot’.
GroenLinks is geen voorstander van repressie. Het pleidooi van inspreker om het beleidsplan niet vast te stellen moet wel serieus worden genomen. Wat vindt het college hiervan?
Het CDA mist de verbinding van dit onderwerp met andere beleidsterreinen op gebied van jeugdbeleid.
ChristenUnie informeert naar de samenwerking met de politie.
De Lokale Partij sluit zich aan bij het betoog en de vragen van GroenLinks.

Het college geeft aan dat veel activiteiten op het gebied van alcoholpreventie zijn voortgezet. De stelling van inspreker dat er meer jongeren op straat zijn komt ook door de opstelling van de horeca. Het college roept de horeca op om jongeren van 16 en 17 gewoon toe te laten. Het college is zich er overigens niet van bewust dat er meer overlast is ontstaan.
Bij interruptie vult de VVD aan dat jongeren naar andere steden zijn gegaan.

Het college merkt op dat over de verantwoordelijkheid van sportverenigingen uitgebreid is gesproken bij het voorstel waarin de schenktijden zijn verruimd. Alcoholpreventie is uiteraard ook een zaak van de jongere zelf.

Het college aan wat de criteria voor hotspots zijn. Informatie van jeugdwerkers wordt hiervoor gebruikt. Hotspots zijn niet alleen bij horeca, maar kunnen ook sportkantines of supermarkten zijn. Een keer per kwartaal wordt bekeken of de lijst nog actueel is en eventueel bijgewerkt.

Het college geeft aan dat de nota in de brede context van het jeugdbeleid geschreven is. Integraliteit van beleid is op dit gebied vanzelfsprekend. Ook bij de uitvoering wordt nauw samengewerkt met organisaties en professionals die zich met jeugd bezighouden zoals CJG en GGD.

De voorzitter concludeert dat het stuk voldoende besproken is en rijp is voor besluitvorming in de raad. Hij dankt alle aanwezigen en sluit de vergadering.

Advies

Voldoende besproken. Verder debat in de raad

Herinrichting Marspoortstraat, Groenmarkt (07-07-2014)

Datum 07-07-2014 Tijd 21:00 - 21:30
Zaal
Shrewsburykamer
Behandeling
Presentatie
Openbaarheid
Openbaar
Voorzitter
G.J.H. Pelgrim
Griffier
D. Kastelein
Genodigden
Aanwezig namens Naam
Burgerbelang
SPF. van Vliet
D66C.A. Lammers
PvdAJ. Bloem
GroenLinksC. Oosterhoff
StadspartijD. Bogerd
VVDB. van der Veen
CDAG.H. Brunsveld
ChristenUnieA. Oldenkamp
De Lokale PartijR.C.M. Sueters

Verslag van de vergadering

De  voorzitter heropent de vergadering en geeft het college het woord ter beantwoording van de nog openstaande vragen.

Het college geeft aan dat er nog twee vragen open stonden.

Allereerst de keuze voor de kasseien en de boomkeuze.

Uiteindelijk is gekozen voor kasseien in verband met de historische uitstraling. Wel worden er 2,5m brede goed begaanbare trottoirs aangelegd..

Groen Links geeft aan dat de stoepjes voor de huizen wel hoogteverschil kennen. Het college geeft aan dat deze privé-eigendom zijn. Wel wordt er rekening gehouden met het hoogteverschil en is men in overleg met de eigenaren.

De SP wil weten waarom de kasseien niet een kleur hebben. Het college antwoordt dat men hiervoor niet gekozen heeft in verband met de historische uitstraling.

Voor wat betreft de bomen geeft het college aan dat men in goed overleg met de bewoners heeft gekozen voor een boom met een relatief open kroon. De gevels moeten zichtbaar blijven.

De PvdA vraagt of het tekort dat nu lijkt te ontstaan nog ingelopen kan worden. Het college geeft aan dit wel te verwachten. Men hoopt middels de aanbesteding het gat te dichten.

Met betrekking tot de vraag over de Berkel en het groen geeft het college aan dat dit buiten het plan valt met uitzondering van de steiger naast de brug.

D66 vraagt hoe het zit met het straatmeubilair. Zijn er voldoende fietsenrekking en is er een speeltoestel.

De lokale partij vraag wat er gebeurd als het plan door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit afgekeurd wordt.

De SP vindt het een mooi plan en wil graag dat lokale aannemers de kans krijgen mee te doen.

Groen Links vraagt of er gekeken is naar de verlichting.

De Stadspartij geeft aan dat de elektriciteitsvoorziening voor de markt en de kermis nu onvoldoende

Het college krijgt vervolgens het woord om de vragen te beantwoorden.

De aanbesteding zal in afwijking op het collegevoorstel geschieden op traditionele wijze. Dat wil zeggen dat het bestek wordt aangeboden aan de aannemers zodat die daar op in kunnen schrijven.

De ChristenUnie vraagt of er in de aanbestedingsrichtlijn kan worden opgenomen dat minimaal 50% van het werk door lokale aannemers moet worden uitgevoerd.

Het college antwoordt dat dit juridisch niet kan.

Inzake het straatmeubilair geeft het college aan dat er geen speeltoestel komt. Voor de fietsenrekken is het zo dat er niet meer plekken bij komen  maar het is wel een punt van aandacht. Meer plekken zijn niet mogelijk omdat er ook ruimte moet zijn voor de andere functies op het plein.

Wat betreft de electriciteitsvooziening, deze wordt in overleg met de markt verbeterd.

De voorzitter concludeert dat de vragen afdoende behandeld zijn en sluit de vergadering.

Advies

Stuk komt (nu) niet voor besluitvorming in de raad

Actualisatie handhavingsbeleid (07-07-2014)

Datum 07-07-2014 Tijd 21:30 - 22:00
Zaal
Shrewsburykamer
Behandeling
Oordeelsvormend
Openbaarheid
Openbaar
Voorzitter
G.J.H. Pelgrim
Griffier
H.M.A.A. van Vliet
Genodigden
Aanwezig namens Naam
Burgerbelang
SP
D66G.I. Timmer
PvdAF.J.M. Heitling
GroenLinksC. Oosterhoff
StadspartijJ.G.A La Rose
VVDB. van der Veen
CDAK.M. Warmoltz
ChristenUnieA. van Dijken
De Lokale PartijA. Verwoort

Verslag van de vergadering

De voorzitter opent de vergadering.

Het college geeft in het kort weer wat de aanleiding is tot de actualisatie. Nieuw is dat nu ook het naleefgedrag een rol speelt.

GroenLinks constateert dat de begroting van de ODA veel hoger uitpakt dan toen de gemeente nog zelf zorgdroeg voor uitvoering van de taken. Doet de ODA meer?

Het CDA maakt een compliment over de nota. Het is helder wat nieuw is in het beleid. Er zijn nogal wat beslispunten voor het college. De fractie wil graag op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen.

De ChristenUnie vraagt op welke wijze de prioriteringspercentages terugkomen in de rapportages.

DLP mist de scholen in de nota.

De PvdA constateert dat er weinig capaciteit is voor de controle op bouw- en brandveiligheid.

D66 vraagt in hoeverre scholen worden ondersteund bij het voldoen aan de kwalificatieplicht.

Het college antwoordt dat de handhaving ondergebracht is bij de verschillende inhoudelijke portefeuillehouders. Deze nota is overkoepelend en omvat alles. De kosten voor de ODA is een actueel punt. Het is de vraag of de gemeente, wanneer zij de handhaving zelf zou uitvoeren ook niet voor hogere kosten was komen te staan.

Handhaving is een kwestie van prioritering. Als de raad andere accenten wenst te leggen dan hoort het college dat graag. In de nota zijn de verschillende aspecten meer inzichtelijk gemaakt, maar de onderwerpen verschillen nogal van elkaar. Het blijft daarom heel lastig.

Bij de prioritering is uitgegaan van de volgorde: veiligheid-volksgezondheid-hinder-duurzaamheid. Deze aspecten tellen mee voor respectievelijk 35-30-25-15 procent. Deze volgorde is bij elk werkgebied toegepast. Vergelijking tussen werkgebieden is niet doenlijk, omdat dan appels met peren worden vergeleken.

Op de kwalificatieplicht van scholen zal later worden teruggekomen; leerplicht valt wel onder het handhavingsbeleid.

Over de ODA komt in het najaar nadere informatie, als de ODA aan de raad een toelichting op haar werkzaamheden zal geven.

Voor bouwtoezicht en brandpreventie ligt de nadruk bij zorginstellingen bij bestaande bouw. Vooral bij GG-net is in de afgelopen jaren veel verbeterd. Bij andere zorginstellingen wordt aangestuurd op ene vermindering van het aantal loze brandmeldingen. Bij vergunningaanvragen voor verbouwingen in de binnenstad wordt zoveel mogelijk de kans gegrepen om verbeteringen aan te brengen.

De ChristenUnie vraagt in hoeverre wordt ingespeeld op wijziging van de regelgeving.

GroenLinks vraagt of de handhaving op sommige gebieden onder het minimaal vereiste niveau zakt.

Het college antwoordt dat nog niet helder is wat in d e regelgeving wordt aangepast, zodat anticiperen daarop niet goed mogelijk is. Het niveau van handhaving is verantwoord, maar wel minimaal. Er komen steeds meer taken bij, zonder dat daarvoor geld beschikbaar komt, zoals bij de wijziging van de Drank- en Horecawet.

GroenLinks merkt op dat het op te lossen is door samenwerking of door uitbreiding van capaciteit.

Het CDA mist aandacht voor de verantwoordelijkheid van de bewoners zelf. Daarvoor is communicatie nodig. Leeft dat idee ook bij het college?

Het college zegt oog te hebben voor communicatie. Voorbeelden daarvan zijn de communicatie rondom de hondenuitlaatterreinen en rood op straat door de brandweer. Preventie is van belang.

De voorzitter concludeert dat het voorstel rijp is voor behandeling in de raad en sluit de vergadering.

Nagekomen antwoord op de vraag van D66 welke inspanningen de gemeente doet met betrekking tot de kwalificatieplicht.

Insteek is dat de kwalificatieplichtige jongeren op een passend onderwijstraject zitten waardoor de kans op het behalen van een kwalificatie haalbaar is.

De gemeente Zutphen heeft binnen alle Voortgezet Onderwijsscholen zogenaamde Onderwijssteunpunten waarin uit verschillende disciplines deskundigen zitten die jongeren, indien nodig, begeleiden bij hun schoolgang. De leerplichtambtenaren van de gemeente Zutphen zijn hier nauw bij betrokken. Indien nodig wordt een jongere doorverwezen naar het Onderwijszorgcentrum.

Binnen het MBO Aventus is er wekelijks een spreekuur waarin jongeren, maar ook onderwijzend personeel van het Aventus, in gesprek kunnen met een leerplichtambtenaar/RMC medewerker om de schoolgang van betreffende jongere te ondersteunen.

Indien nodig treedt Leerplicht handhavend op om middels externe druk (HALT of een Proces verbaal) om in nauwe samenwerking met jeugdreclassering jongeren te blijven motiveren om hun school af te maken.

Stedendriehoekbreed wordt er, in gezamenlijk overleg, gewerkt aan het treffen van voorzieningen binnen alle MBO scholen, die er zorg voor moeten dragen dat jongeren binnen boord blijven. Een voorbeeld hiervan is het traject voor Overbelaste jongeren, dat in nauwe samenwerking met het Dagelijks Bestaan wordt uitgevoerd. In overleg met een breed netwerk rondom de jongeren ( jongerencoaches van het Plein, jongerenwerkers van Perspectief, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg enz. enz.) worden trajecten besproken die er voor moeten zorgen dat de leefwereld van jongeren dusdanig op niveau zijn dat het mogelijk is voor een jongeren om zijn opleiding te voltooien.

Advies

Voldoende besproken. Verder debat in de raad